EU-klimaatchef Hoekstra wil dat China minder gaat uitstoten

In dit artikel:

Op de klimaattop in Belém zet EU-klimaatchef Wopke Hoekstra vooral druk op China: volgens hem zal Europese ambitie weinig uithalen zolang de grootste uitstoters niet fors bijschakelen. Hij wijst erop dat de EU maar ongeveer 6 procent van de werelduitstoot voor zijn rekening neemt, terwijl China circa 30 procent bijdraagt en daarmee een doorslaggevende rol heeft. Europa streeft volgens Hoekstra naar een forse daling — rond 70 procent minder uitstoot in 2035 — maar China zou blijven steken op zo'n 10 procent, iets wat hij onacceptabel vindt.

De afwezigheid van de Verenigde Staten op de top noemt Hoekstra een belangrijke factor. Hoewel hij benadrukt dat de samenwerking met klimaatafgezanten als John Kerry en John Podesta in het verleden goed verliep, maakt het ontbreken van Washington de druk op andere landen groter. In Belém praat hij daarom met de aanwezige partijen, waarbij China centraal staat: gesprekken met Peking verlopen lang en stroef, en er is nog geen doorbraak, maar dat hoort volgens hem bij het smaakmakende doel van zo’n conferentie — spanningen uitpraten met wie je het oneens bent.

Hoekstra baseert zijn kritiek op wetenschappelijke analyses en waarschuwt dat de gevolgen van klimaatverandering al merkbaar zijn, met watersnood en droogte ook binnen Europa. Hij reageert scherp op binnenlandse kritiek dat Europa zijn ambities zou afzwakken en daagt Europese hoofdsteden uit om dezelfde maatregelen en ambitie te tonen als de EU.

Kernboodschap: de EU blijft vasthouden aan ambitieus klimaatbeleid, maar het wereldwijde effect blijft beperkt tenzij de grote vervuilers — met name China, maar ook India en de afwezige VS — hun doelstellingen aanscherpen en sneller handelen.