EU kijkt met interesse naar koers die Nederland zal inslaan: volgen andere landen?
In dit artikel:
De Europese Commissie volgt de Nederlandse Tweede Kamerverkiezingen nauwgezet, maar geeft nog geen officiële reactie zolang de uitslag onzeker is. Een eerste analyserapport bereikte commissievoorzitter Von der Leyen; Brussel ziet Nederland als een belangrijke indicator voor de opkomst van radicaal-rechtse partijen nadat de PVV onder Wilders in 2023 veel winst boekte en het land daardoor aan de zijlijn van besluitvorming in Europa belandde.
Centrale vraag in de Brusselse analyse is welke koers een nieuw Nederlands kabinet zal kiezen. Een samenstelling rond het pro-Europese trio D66, VVD en CDA zou de invloed van Nederland in EU-besluitvorming snel kunnen herstellen, maar veel hangt af van eventuele partners: aansluiting van JA21 zou die koers beperken omdat die partij tegen gezamenlijke Europese leningen en sommige defensiesamenwerkingen is (zoals ook bleek uit de motie-Eerdmans van maart). Deelname van GroenLinks-PvdA zou juist leiden tot een veel pro-Europeser beleid, met bereidheid tot gezamenlijke defensie-investeringen, een gemeenschappelijk migratiebeleid en Europese uitbreiding — onderwerpen waar Brussel binnenkort over moet beslissen.
D66-leider Rob Jetten profileerde zichzelf tijdens de campagne nadrukkelijk pro-EU en pleit ervoor dat Nederland weer meer invloed neemt binnen Europa. Voor de liberale familie in de EU zou een liberale Nederlandse premier een welkome aanvulling zijn, omdat de meeste regeringsleiders momenteel christendemocratisch zijn en liberalen schaars zijn binnen de top.
Brusselse functionarissen benadrukken bovendien dat een stabiel kabinet en een premier met partijaffiliatie belangrijk zijn om mee te kunnen doen aan de voorgesprekken tussen politieke families voorafgaand aan EU-toppen — iets waar de demissionaire premier Schoof vanwege gebrek aan partijbasis geen deel van uitmaakte en wat bijdroeg aan verminderde invloed. Gezien de economische positie van Nederland en het sterke ambtenarenapparaat in Brussel kan een volgend kabinet die invloed echter relatief snel terugwinnen. Totdat de coalitievorming duidelijk is, blijft de precieze richting van Nederlands EU-beleid onzeker, maar de verwachting is dat die sneller pro-Europees zal liggen dan het huidige demissionaire kabinet.