EU-begroting op de schop: van 1,2 naar 2 biljoen euro, gefinancierd met nieuwe EU-belastingen
In dit artikel:
Brussel heeft een ingrijpende verhoging van de EU-meerjarenbegroting voorgesteld: ruim 1800 miljard euro voor de periode 2028-2034, wat neerkomt op circa 1,26 procent van het EU-bruto nationaal product (bnp). Dit is een flinke stijging ten opzichte van het huidige kader van 1200 miljard euro (1,1 procent van het bnp). De jaarlijkse uitgaven bedragen gemiddeld 285 miljard euro, wat minder is dan de Nederlandse staatsbegroting. De extra middelen zijn nodig om te investeren in defensie en de economische concurrentiekracht van Europa te versterken, vooral in het licht van rivaliteit met de Verenigde Staten en China.
De voorstellen gaan gepaard met intensieve interne onderhandelingen binnen de Commissie, die pas uren later dan gepland werden gepresenteerd. Het omvangrijke bedrag gaat deels gefinancierd worden door nieuwe EU-belastingen, zoals heffingen op niet-gerecyclede elektronica, grote bedrijven en een deel van tabaksaccijnzen. Ook wordt ingezet op inkomsten uit het emissiehandelssysteem en grensheffingen op geïmporteerde goederen. Toch zal ruim tweederde van het budget afhankelijk blijven van bijdragen van lidstaten, die hierover verdeeld zijn: Frankrijk, Spanje en zelfs doorgaans zuinige landen als Denemarken steunen hogere uitgaven, terwijl Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden dat fel tegenhouden.
Een belangrijk nieuw element in het begrotingsvoorstel is de oprichting van een groot superfonds van 865 miljard euro dat landbouw, cohesie, sociaal beleid, migratie en grensbeheer bundelt. Hiermee wil de Commissie flexibeler inspelen op crisissituaties en lidstaten ruimte geven voor eigen prioriteiten in nationale plannen. Dat zorgt voor weerstand, vooral van landbouwrijke landen als Frankrijk en Polen, die vrezen voor gekrompen landbouwfondsen en minder steun voor achtergestelde regio's. Ook het Europees Parlement uitte scherpe kritiek omdat het vreest dat de democratische controle afneemt en de Commissie meer controle krijgt over de besteding.
Daarnaast wil Brussel het zogenaamde conditionaliteitsmechanisme verder uitbreiden: betalingen worden gekoppeld aan respect voor de rechtstaat. Dit instrument is al sinds 2021 van kracht en heeft tot op heden voor miljarden aan EU-subsidies aan landen als Hongarije geblokkeerd.
De politieke strijd rond de meerjarenbegroting zal zwaar zijn en lang duren. Alle 27 lidstaten moeten unaniem instemmen, terwijl hun belangen en prioriteiten ver uiteen liggen. Na het zomerreces beginnen intensieve onderhandelingen tussen nationale delegaties en de Commissie. Hoewel het Europees Parlement kritisch is, kan het in de eindfase alleen het voorstel goed- of afkeuren, en heeft het tot nu toe steeds groen licht gegeven ondanks protesten.
Deze begrotingsvoorstellen vormen het financiële fundament voor het EU-beleid tot 2035 en bepalen hoe de Unie haar fundamentele uitdagingen zoals klimaat, innovatie, defensie, sociale cohesie en de rechtsstaat gaat aanpakken. De uitkomst zal grote invloed hebben op de positie en samenhang van Europa in een wereld met toenemende geopolitieke spanningen.