Erwin Mortier over zijn roots, Peter Vandermeersch overIerland of heksen in de Lage Landen: dit zijn de boeken van de week
In dit artikel:
Vijf leestips van VRT NWS deze week belichten uiteenlopende verkenningen van identiteit, geschiedenis en morele vragen.
Erwin Mortier — Vlaamse vergezichten (De Bezige Bij)
Mortier onderzoekt hoe zijn schrijverschap verweven is met de streek waar hij opgroeide. Aan de hand van familiegeschiedenis en literatuur over Nevele reconstrueert hij generaties: van een Tessely die vroeg Vlaamsgezinde taalgenootschappen stichtte tot een grootvader die inzette op een radicaal Vlaamse stroming met pro‑Duitse sympathieën, en een oom die in de Tweede Wereldoorlog sneuvelde aan het Oostfront (onder de naam Marcel in zijn debuutroman). De nasleep van oorlog leidde in het dorp tot zwijgen tussen kinderen van verzetsmensen en collaborateurs. Mortier plaatst die persoonlijke lagen in een bredere literaire expeditie, pleit voor herontdekking van Franstalige Gentse auteurs (zoals Verhaeren en Maeterlinck) en ziet zijn boek als het toevoegen van een nieuwe vertellaag aan het mythische Vlaamse landschap.
Peter Vandermeersch — Ierland (Borgerhoff & Lamberigts)
De CEO van Mediahuis woont met zijn Ierse gezin in Dublin en beschrijft in 150 verhalen de geschiedenis, cultuur en ziel van Éire. Vandermeersch belicht de enorme Ierse diaspora (rond 70 miljoen mensen wereldwijd), de verwoestende hongersnood van 1845–1852 die leidde tot massale emigratie en blijvende demografische gevolgen, en de kracht van familie‑ en migratienetwerken. Hij schetst een land van tegenstellingen: multinationals en moderne stedelijke sectoren tegenover traditionele landbouw en behoudende waarden; sociale hervormingen volgden vaak laat (echtscheiding in 1995, abortus in 2018), terwijl het homohuwelijk al vroeg werd erkend. Verder behandelt hij de noord‑zuidconflicten, kerkelijk misbruik en de centrale rol van vertelkunst en muziek in de Ierse identiteit.
Maartje van der Laak — Heksenjacht (Borgerhoff & Lamberigts)
Van der Laak analyseert de heksenvervolgingen in de Lage Landen tussen circa 1580 en 1680 en schat zo’n 2.000 slachtoffers. De overgrote meerderheid was vrouwelijk, vaak alleenstaand en ouder, maar veroordeelden kwamen uit alle sociale lagen. De auteur legt economische neergang, de ‘kleine ijstijd’ en het zoeken naar zondebokken uit als oorzaken; magische praktijken waren alomtegenwoordig (denk aan middelen als zogenoemde vliegzalf). Ondervragingen, foltering en publieke executies (brandstapels) maakten deel uit van een systeem dat bekentenissen afdwong. Slechts twee onderzochte verdachten, Adrianus Schepens en Lieven Lammens, wisten niet te bekennen.
Roderik Six — In het wit (Prometheus)
Na zijn dystopische V‑trilogie gaat Six nostalgischer te werk. In deze roman staan liefde, eenzaamheid en rouw centraal. Een van de hoofdpersonages, M, bezoekt haar dementerende vader in een rusthuis en worstelt met de ethische vraag of zij over zijn levenseinde mag beslissen. De tekst verweeft persoonlijke verliesgeschiedenissen (een moeder die aan postpartumdepressie bezweek), sneeuw als metafoor voor geleidelijk verdwijnen, en een kritische blik op hoe neoliberale samenlevingen omgaan met zieken en ouderen.
Alara Adilow — Kijk es naar al dat licht (De Bezige Bij)
De bekroonde dichteres maakt de overstap naar proza met een roman over genderdysforie en transitie. Adilow, geboren in Kenia met Somalische roots en nu in Antwerpen wonend, schrijft over Diana, die tijdens haar transitie familieverwerping en dakloosheid ervaart en in haar liefde met Sagal steun zoekt — maar geconfronteerd wordt met pijnlijke geheimen zoals een abortus. Het ‘licht’ in de titel symboliseert het herstellende vermogen van menselijke relaties en zorg.
Samen bieden de vijf titels hedendaagse inkijkjes in hoe verleden, plaats en persoonlijke worstelingen literatuur en begrip van identiteit vormen.