Ernstig misbruik in reformatorische kring: „Het gebod "Eert uw vader en uw moeder" kan slachtoffer klemzetten"
In dit artikel:
De rechtbank Gelderland heeft een 61‑jarige man uit Apeldoorn vorige week veroordeeld tot zestien jaar cel voor jarenlang seksueel misbruik en mishandeling van zijn vier dochters. De rechter sprak van diepe, blijvende schaafwonden; de meisjes werden vernederd, getreiterd en geslagen. De 59‑jarige moeder kreeg tien maanden cel voor mishandeling. In oktober legde een rechtbank in Rotterdam een soortgelijke straf op aan een 59‑jarige man uit die jarenlang zijn dochter misbruikte; ook twee broers werden onlangs veroordeeld. Beide zaken spelen binnen streng gereformeerde gemeenschappen.
Prof. dr. Hanneke Schaap‑Jonker (Vrije Universiteit Amsterdam, Kennisinstituut Christelijke ggz) legt uit waarom dergelijk misbruik in reformatorische kringen lange tijd onopgemerkt kan blijven. Slachtoffers groeien vaak op in gesloten gezinnen waar loyaliteit aan de ouders, schaamte en het ontbreken van een normbesef over normaal ouderlijk gedrag leiden tot jarenlange stilte — ook tussen de zussen onderling. Bovendien ontstaat extra schade wanneer daders hun handelen met Bijbelse teksten lijken te rechtvaardigen of zelfs letterlijk slaan met een Bijbel, zoals in de Apeldoornse zaak gezegd wordt.
Schaap‑Jonker beschrijft de geestelijke verwarring bij slachtoffers: religieuze beelden van God als liefdevolle Vader botsen met de ervaring van een vader die misbruikte of verwaarloosde. Dergelijke “verbrijzelde verwachtingen” kunnen leiden tot zelfbeschuldiging en een verstoord vertrouwensbeeld tegenover geloofspraktijken (bijvoorbeeld het Onze Vader of Psalm 103). Ook religieuze geboden als “Eer uw vader en uw moeder” kunnen slachtoffers in een moreel dilemma brengen, zeker wanneer gemeenschap en prediking geen ruimte bieden om het kwaad te benoemen.
Ze pleit voor meer aandacht in preken, catechese en jeugdwerk voor het risico dat ouders ernstig kunnen falen, en benadrukt dat kerken niet moeten proberen misstanden stil te houden om het “mooie plaatje” te bewaren. Volgens haar zijn christelijke hulpverleners soms terughoudender dan seculiere collega’s in het inschakelen van instanties zoals Veilig Thuis, waardoor signalen blijven liggen. De positie van de dader als een gerespecteerd ouderling vergroot de kans op ontkenning en druk op slachtoffers om te zwijgen.
Cruciaal is de respons van de kerkelijke omgeving: wegkijken of bagatelliseren schaadt slachtoffers vaak meer dan het misbruik zelf; ruimte geven voor pijn en concrete steun verkleint de kans dat mensen de kerk verlaten. Schaap‑Jonker citeerde een dooppreek van ds. J. Roos: ouders moeten zorgen dat hun kinderen in veilige handen zijn, niet in “slaande handen” — een oproep die volgens haar in gemeenten vaker expliciet aan de orde zou moeten komen.