Erkenning brengt Palestijnse staat nog geen stap dichterbij
In dit artikel:
Een groep westerse landen heeft zondag officieel Palestina erkend, maar die stap maakt een onafhankelijke Palestijnse staat niet automatisch dichterbij. Het Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië en Portugal gingen over tot erkenning; naar verwachting volgen deze week ook Frankrijk, België en Malta. Daarmee stijgt het aantal erkenningen tot ongeveer driekwart van de VN-lidstaten. Nederland heeft nog geen plannen om hetzelfde te doen.
De erkenningen kwamen nadat westerse regeringen al maanden hadden gedreigd dit te doen zolang Israël geen wapenstilstand in Gaza zou toestaan en geen serieus perspectief op vredesonderhandelingen zou bieden; vooral de Britse premier Keir Starmer hamerde hier de afgelopen weken op. Het moment is berekend: de besluiten vallen samen met de start van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, waarmee de betrokken landen hun maatregel extra gewicht gaven.
Israël reageerde scherp: het ministerie van Buitenlandse Zaken noemde de stap contraproductief en moreel verwerpelijk, en premier Benjamin Netanyahu herhaalde dat hij geen Palestijnse staat ten westen van de Jordaan zal accepteren. Er wordt rekening mee gehouden dat Netanyahu als tegenreactie delen van de Westelijke Jordaanoever wil annexeren; het parlement stelde in juli al een niet-bindende motie voor Israëlische soevereiniteit in Judea en Samaria.
Juridisch gezien vereist staatsvorming meer dan louter erkenning: internationale criteria (zoals een permanent volk, een afgebakend grondgebied, een regering en het vermogen tot internationale betrekkingen) blijven leidend. Toch heeft erkenning politieke en diplomatieke waarde — het kan nieuwe staten sneller laten functioneren, zoals gebeurde na de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo in 2008 — maar de Palestijnse kwestie is complexer en beladen, met veiligheidszorgen en onopgeloste territoriale geschillen. Netanyahu zal naar verwachting officieel reageren zodra hij volgende week terug is uit de VS.