Erik Scherder: 'Als het aan mij lag, zou ik zeggen: we gooien alle laptops eruit'
In dit artikel:
Neuropsycholoog Erik Scherder onderzoekt in zijn boek Liever moe dan lui (14 oktober 2025) hoe de opkomst van AI — sinds de lancering van ChatGPT eind 2022 — het menselijk brein kan veranderen. Zijn centrale stelling: de menselijke neiging tot de “law of the least effort” (zoveel mogelijk gemak nastreven) zit in ons DNA en wordt versterkt door AI, waardoor mensen minder zelf hoeven te doen; dat fenomeen noemt hij ‘underuse’ en kan schadelijk zijn voor cognitieve vaardigheden.
Scherder koppelt bestaande bevindingen over veel schermtijd aan biologische veranderingen: langer achter een scherm hangen gaat samen met verslechtering van witte stof en verbindingskwaliteit in de hersenen. Vooral kinderen die vier tot zes uur per dag digitaal bezig zijn lopen risico op achteruitgang van functies als probleemoplossend vermogen, kritisch en creatief denken, en mentale flexibiliteit. AI werkt prettig en efficiënt, maar door te veel vertrouwen op chatbots en automatische oplossingen nemen die vaardigheden af omdat mensen taken niet meer actief oefenen.
Tegelijk ziet Scherder toepassingen waarin AI duidelijk waarde toevoegt: logistiek, medische diagnostiek en vooral radiologie, waar AI de nauwkeurigheid kan verbeteren. Maar hij waarschuwt dat diezelfde hulpmiddelen tot deskilling kunnen leiden: radiologen die te sterk leunen op algoritmes verliezen mogelijk diagnostische scherpte. Die dubbelheid — grote voordelen, maar ook risico’s voor behoud van competenties — vormt een rode draad in zijn betoog.
Praktische aanbevelingen uit het boek liggen in twee richtingen. Ten eerste: stimuleer fysieke inspanning omdat beweging hersennetwerken activeert die ook voor cognitieve taken belangrijk zijn; beweging houdt die netwerken vitaal en voorkomt te passieve levensstijlen. Ten tweede: voorkom underuse door mensen — en vooral studenten — aan te moedigen zelf te denken en werken, bijvoorbeeld door toetsing en begeleiding die kritisch denken afdwingt. Scherder zegt liever weer colleges met pen en papier te zien dan constant laptops, en is kritisch over experimenten waarin studenten scripties grotendeels door AI laten opstellen.
Persoonlijk gebruikt hij zelf nauwelijks AI voor zijn werk: hij zoekt met Google Scholar maar leest en noteert artikelen zelf en laat interviews en analyses niet over aan chatbots. Zijn intentie met het boek is primair waarschuwen en informeren — niet verbieden, maar pleiten voor mate en actief gebruik van onze eigen cognitieve capaciteiten. Scherder schreef bewust in een toegankelijke, collegeachtige stijl om ingewikkelde materie stap voor stap begrijpelijk te maken.
Kleine observaties uit het interview vullen het plaatje aan: hij noemt snelheid als moderne drijfveer (wachten kost energie), is geen fan van thuiswerken vanwege vervagende grenzen en veel laptopzitten, en deelt enkele persoonlijke voorkeuren (leesplezier: Jack Reacher; schrijfwensen: Bodensee of Oxford). De kernboodschap blijft helder: benut AI waar het helpt, maar bewaak en train je eigen denk- en beweegcapaciteit om underuse en afnemende intellectuele vaardigheden te voorkomen.