Energieblindheid en misplaatst wensdenken frustreren ons klimaatbeleid. Waarom zijn we niet wat praktischer?  

donderdag, 25 september 2025 (05:55) - Wynia's Week

In dit artikel:

Energieblindheid is het centrale begrip in dit betoog van Maarten van Andel: mensen hebben geen zintuigelijk of intuïtief besef van hoeveel energie iets bevat of vergt, omdat energie zich in uiteenlopende vormen voordoet (warmte, beweging, elektriciteit, licht enz.). Daardoor schatten we energieverhoudingen verkeerd in en lopen beleidskeuzes gevaar onrealistisch te worden. Van Andel illustreert dat met verrassende rekensommen: een gloeiend hete aardappel bevat ruwweg evenveel energie als een topskiër tijdens een afdaling, en de elektriciteitsopbrengst van één liter diesel in een aggregaat komt ongeveer overeen met wat een zonnepaneel in vijf dagen levert. Zulke vergelijkingen lijken vreemd, maar zijn met eenvoudige natuurkunde en rekenwerk te maken — iets waar een middelbare scholier met natuurkunde toe in staat is.

De auteur waarschuwt dat energieblindheid beleidsfouten voedt. Tijdens de energiecrisis van 2022 en de grote stroomstoring in Breda (7 februari dit jaar) werd het kwetsbare karakter van onze energietoevoer zichtbaar, maar normaal gesproken lijkt beschikbaarheid vanzelfsprekend. Die schijnbare vanzelfsprekendheid verhult de enorme schaal van ons totale energieverbruik: meer dan 99 procent van de energie komt uit fossiele bronnen, biomassa, kernenergie en hernieuwbare bronnen samen. In Nederland is bijna 80 procent fossiel, 7 procent biomassa, 2 procent aardwarmte en 1 procent kernenergie; zon en wind leveren samen circa 10 procent van het totale verbruik, ondanks decennia van uitbouw.

Van Andel benadrukt dat het technisch en rekenkundig onmogelijk is om binnen nog eens 25 jaar bijna alle fossiele brandstoffen te vervangen door alleen maar windmolens en zonnepanelen — niet vanwege gebrek aan wil, maar omdat simpele rekensommen met aantallen turbines, panelen, oppervlakte, batterijen, waterstoffabrieken en infrastructuur dat niet toelaten. Ook wijst hij op praktische beperkingen zoals de levensduur van windmolens (circa 15–20 jaar), waardoor vervanging al nodig is tijdens de opbouwfase.

De oplossing die Van Andel voorstelt is geen technologisch of ideologisch dogma, maar een andere houding: erken energieblindheid, gebruik natuurkundige en wiskundige analyses als basis voor beleid, en kies voor realisme en bescheidenheid. Concreet pleit hij ervoor het energieverbruik substantieel terug te brengen — hij stelt dat halvering mogelijk is zonder dat het welzijn eronder hoeft te leiden — en pas daarna of daarnaast te sturen op technologische vervanging met haalbare plannen. Hij heeft in zijn project Nieuwe Kies Wijzer Klimaat uitgebreide doorrekeningen gemaakt en presenteert handvatten om energiezaken beter in te schatten, bedoeld als hulpmiddel voor politici en kiezers (met de verkiezingen op 29 oktober als relevante deadline).

De tekst sluit af met praktische info: de Nieuwe Kies Wijzer Klimaat van Maarten van Andel is uitgegeven door Blauwburgwal en te koop; Van Andel is beschikbaar voor media-reacties. Het onderliggende pleidooi blijft: meer rekenen, minder intuïtieve vooroordelen — en vooral veel meer aandacht voor energiebesparing.