Energie opwekken met vliegers: efficiënt, snel te bouwen en overal te plaatsen
In dit artikel:
Padraic Doherty, chief pilot van het Delftse Kitepower, test op de uitgestrekte veengronden van West-Ierland grote energie‑vliegers. Onder zware wind en regen lanceert hij een zeil van ongeveer 60 m² — veel groter dan een kitesurfvlieger — dat aan een kabel hangt en in korte tijd tot circa 300 meter hoogte klimt. Aan het tuig hangt een boordcomputer die het apparaat in een achtjes‑patroon laat vliegen; dat jojo‑effect drijft een opwindbare stalen cilinder in een generator en zet zo kinetische energie om in electriciteit.
West‑Ierland is gekozen vanwege ruimte, weinig vliegverkeer en harde, bijna dagelijkse wind — ideale testcondities. Kitepower ontstond uit een TU Delft‑project, geïnspireerd door natuurkundige Wubbo Ockels, en het team telt veel kitesurfers. Het bedrijf positioneert zijn systemen als een compacte, flexibele aanvulling op bestaande duurzame bronnen: vliegers zijn stiller en efficiënter dan windturbines, relatief goedkoop en snel inzetbaar. Een installatie wordt geschat op ongeveer €150.000 en is binnen een dag operationeel; ter vergelijking kost een conventionele windturbine bij het nabijgelegen Oweninny‑park circa €6 miljoen per stuk (het park van 50 turbines kostte €320 miljoen en levert stroom voor zo’n 140.000 huishoudens).
Kitepower noemt een actueel windbereik waarin de vliegers stroom produceren van ongeveer 5–20 (de eenheid in het artikel lijkt foutief vermeld); het bedrijf werkt aan modellen die ook vermogen kunnen oogsten bij nog lagere windsnelheden (~3 km/u). CEO Pieter Willems ziet de technologie als complementair: zonnepanelen, windturbines en vliegers samen moeten zorgen voor continu beschikbare duurzame energie onder wisselende weersomstandigheden. Binnen een jaar wil Kitepower van start‑up naar winstgevende onderneming groeien; de markt toont volgens Willems concrete belangstelling, maar het bedrijf vraagt klanten nog even geduld terwijl de systemen verder worden verfijnd.