Elke Britse partij heeft een eigen onderwijsgoeroe
In dit artikel:
Bridget Phillipson, de Labour-minister van Onderwijs, presenteert een nieuw curriculum voor het Verenigd Koninkrijk: op de basisschool wordt les gegeven in klimaatverandering, financieel bewustzijn en het herkennen van nepnieuws. Voor middelbare scholieren komt er minder examendruk, verdwijnen herexamens in Engels en wiskunde en krijgen zij meer keuzevrijheid om creatieve vakken zoals ontwerp, muziek en toneel te volgen. De enige verplichte auteur blijft William Shakespeare.
De voorstellen vormen een breuk met het beleid van de Conservatieve voorgaande kabinetten, die onder Michael Gove juist inzetten op strengere kernvakken, discipline en het zogeheten Engels baccalaureaat (met vakken als Engels, wiskunde, wetenschap en vreemde talen). Phillipson en haar adviseur Becky Francis vinden het huidige stelsel te rigide en te resultaatgericht, waardoor ongelijkheid binnen scholen zou toenemen; het nieuwe programma moet diverser en beter aansluiten bij de leefwereld van leerlingen.
Critici waarschuwen dat de verruiming van keuzevakken ten koste kan gaan van kennis van vreemde talen. Politieke tegenstanders — met name het rechterzijde Reform UK van Nigel Farage dat in de peilingen voorligt — pleiten intussen al voor een andere koers, met een meer ‘patriottisch’ curriculum. De plannen illustreren de doorgaande en gepolitiseerde schoolstrijd in het VK, een dynamiek die afwijkt van het meer samenwerkende onderwijsdebat in Nederland.