Eindelijk af van vloeibaar gas uit Rusland, maar is dat wel een goed idee?
In dit artikel:
De Europese beslissing om versneld te stoppen met vloeibaar aardgas (LNG) uit Rusland zet Brussel in een lastig geopolitiek dilemma: genoeg aanbod is op papier beschikbaar, maar levering en afhankelijkheden blijven problematisch. Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne is de EU haar invoer uit Rusland teruggebracht van circa 150 naar 50 miljard kubieke meter per jaar; daarvan was vorig jaar ongeveer 20 miljard kubieke meter LNG. Die hoeveelheid moet uiterlijk 1 januari 2027 door andere leveranciers worden vervangen.
Economische cijfers tonen dat landen zoals de Verenigde Staten en Qatar hun LNG-productie fors uitbreiden — de VS belooft bijvoorbeeld de komende twee jaar zo’n 60 miljard kubieke meter extra capaciteit — en Rabobank wijst op meerdere producenten die kunnen bijspringen. TNO-gasexpert René Peters stelt dan ook dat er “genoeg producenten” zijn om alternatieven te vinden en dat, zodra er vrede is, gecontroleerde hernieuwde afname van Russisch gas een manier kan zijn om risico’s te spreiden.
Tegelijkertijd zitten er stevige politieke haken en ogen aan een overstap naar westerse leveranciers. Zowel de VS als Qatar hebben recent druk gezet op de EU om strengere Europese regels over mensenrechten- en milieuverslaggeving voor buitenlandse bedrijven te temperen. De ministers van die landen waarschuwden dat de wet “onbedoelde effecten” kan hebben op LNG-export naar Europa, een signaal dat energieleveranciers dit instrument geopolitiek inzetten. De Europese Commissie heeft onder druk van het bedrijfsleven al enige versoepelingen overwogen.
Onderzoekers en bedrijfsbestuurders waarschuwen dat Europa daarmee mogelijk de afhankelijkheid van Rusland vervangt door een nieuwe afhankelijkheid van bijvoorbeeld de VS — en daarmee van de politieke grillen van leiders als president Trump. Andere producenten (Algerije, Angola, Noorwegen) zitten volgens analyses grotendeels aan maximale capaciteit, waardoor zij nauwelijks extra kunnen leveren. Franse energie-topmensen van Total en Engie zeggen daarom dat Europa op den duur wellicht weer (weliswaar minder) Russisch gas nodig heeft.
Kort samengevat: technisch en commercieel bestaan er alternatieven voor Russisch LNG, maar geopolitieke druk, beperkte extra capaciteit bij sommige producenten en de wens om strategische onafhankelijkheid maken het overgangstraject complex en politiek gevoelig.