Eilandleiders verliezen historische klimaatzaak tegen Australische regering
In dit artikel:
Een historische rechtszaak tegen de Australische regering over de bescherming van de inwoners van de Straat Torreseilanden tegen klimaatverandering kreeg onlangs een setback. De federale rechter Michael Wigney oordeelde dat de overheid geen mensenrechten heeft geschonden en geen wettelijke zorgplicht heeft om burgers te beschermen tegen klimaatverandering, waardoor er geen schadevergoeding hoeft te worden betaald. De zaak was in 2021 aangespannen door Paul Kabai en Pabai Pabai, oorspronkelijke bewoners van de eilanden Boigu en Saibai, die de zorgwekkende toekomst van hun eilandgemeenschap willen adresseren.
Wetenschappelijk bewijs toont aan dat de laaggelegen eilandengroep binnen dertig jaar onleefbaar kan zijn door zeespiegelstijging, erosie en verzilting van grondwater, met dramatische gevolgen voor de zelfvoorziening en cultuur van de ruim 4500 bewoners. Rechter Wigney benadrukte de ernst van de situatie, maar verklaarde dat het klimaatbeleid een politieke kwestie is en niet via de rechter afdwingbaar valt. Een deel van de zittingen vond plaats op de eilanden zelf, waar de rechter de impact van overstromingen, bodemverzouting en schaarsere visbestanden aanschouwde.
De bewoners, die hun cultuur en identiteit vrezen te verliezen, raakten diep teleurgesteld door de uitspraak. De aanklagers waren geïnspireerd door de Nederlandse Urgenda-zaak, waarin de staat wel verplicht werd de bevolking tegen klimaatverandering te beschermen. Hoewel het VN-Mensenrechtencomité eerder dit jaar oordeelde dat Australië tekortschiet in zijn plichten jegens de eilandbewoners, volgde de rechtbank dit oordeel niet. De inwoners van de Straat Torres overwegen nu hoger beroep. Ondertussen zet de Australische regering, onder premier Albanese, in op aanzienlijke emissiereducties vóór 2030, maar blijft zij kritiek krijgen vanwege het goedkeuren van nieuwe fossiele brandstofprojecten.