Eerste verkiezingen in Syrië na vertrek Assad
In dit artikel:
Voor het eerst sinds het vertrek van de familie Assad wordt in Syrië een nieuw parlement gekozen, een belangrijke stap in de herstructurering van het land na meer dan tien jaar oorlog. Het land van ongeveer 23 miljoen inwoners staat onder een overgangsregering onder leiding van interim-president Ahmad al-Sharaa, voormalig leider van de islamistische Groepering Hayat Tahrir al-Sham (HTS), die begin december Bashar al-Assad verdrong.
De verkiezingen zijn geen algemene volksstemming maar verlopen via een meertrapsysteem dat door de overgangsautoriteiten is opgezet. Regionale kiesorganen, aangewezen door het Hoogste Kiescomité, kozen uit een grotere kandidatenpool een groep stemgerechtigden (ongeveer 6.500 mensen). Deze kiesmannen brachten vervolgens hun stemmen uit om de toekomstige parlementsleden te bepalen. Voor de selectie van kiesmannen golden criteria zoals een minimumaandeel van 20 procent vrouwen en vertegenwoordiging van ontheemden, mensen met een handicap, academici en traditionele leiders (bijv. stamhoofden). Aanhangers van het vroegere Assad-regime werden uitgesloten. Van de circa 1.578 toegelaten kandidaten is ongeveer 14 procent vrouw; er bestaan echter geen zetelquota voor vrouwen of minderheden in het parlement.
Het nieuwe Huis van Afgevaardigden zal naar verwachting 210 zetels tellen, waarvan ongeveer een derde rechtstreeks door president al-Sharaa wordt benoemd. Critici waarschuwen dat het zorgvuldig geconstrueerde kiesmechanisme en de benoemingen de uitkomst sterk in het voordeel van de overgangsregering kunnen laten uitvallen, waardoor de verkiezingen het risico lopen dezelfde façade van legitimiteit te vormen als ten tijde van Assad. In de publieke opinie klinkt ook kritiek op vriendjespolitiek en nepotisme binnen het selectieproces.
De representativiteit is verder beperkt doordat stemmen in enkele provincies, waaronder Suwayda en delen van Hasakah en Raqqa, zijn uitgesteld om veiligheidsredenen. Die gebieden worden deels gecontroleerd door de Koerdische SDF of bevolkt door Druzen, die weinig vertrouwen hebben in de nieuwe machthebbers en deelnemingsvoorwaarden betwijfelen. Lokale bewoners reageren gemengd: sommigen zien dit als een eerste stap richting democratie, anderen vinden dat de machtsverhoudingen vooral bestaan uit rivaliserende groeperingen die gekwalificeerde kandidaten kunnen buitensluiten.
Experts beschouwen de verkiezingen als een noodzakelijke, maar onvolmaakte tussenstap in het post‑Assad-tijdperk. Internationale waarnemers letten vooral op de inclusie van minderheden; of Syrië daadwerkelijk een stabiele, democratische koers inzet hangt af van verdere hervormingen en of er later vrije, directe verkiezingen komen.