Eerste rechtszaak over Bloody Sunday van start in Belfast
In dit artikel:
Een voormalig Britse militair verschijnt in Belfast voor de rechter op verdenking van twee moorden en vijf pogingen tot moord in verband met Bloody Sunday, de schietpartij op 30 januari 1972 in Derry/Londonderry. Die dag openden paratroopers vuur op een vreedzame burgerrechtenmars; dertien mensen kwamen meteen om het leven en een veertiende overleed later aan zijn verwondingen. De gebeurtenis is een van de zwaarbevochten hoofdstukken van The Troubles (1968–1998).
De verdachte wordt aangeduid als “militair F” en is in de rechtszaal afgeschermd; bij een eerdere zitting pleitte hij niet-schuldig. Het proces, dat naar verwachting enkele weken zal duren, volgt op jarenlange juridische stappen van nabestaanden die bij de opening met foto’s en een spandoek met de tekst “op naar gerechtigheid” bij het gerechtsgebouw aanwezig waren.
De Britse regering bood in 2010 excuses aan na een diepgaand onderzoek (Saville-onderzoek) dat concludeerde dat de slachtoffers geen bedreiging vormden. De politie leverde in 2016 haar bevindingen aan het Openbaar Ministerie; in 2019 werd besloten alleen militair F te vervolgen. Aanklagers wilden de zaak aanvankelijk laten vallen, maar het hooggerechtshof heropende de vervolging in 2022 na klachten van nabestaanden. De zaak wordt gezien als een belangrijke test voor verantwoording en rechtsherstel voor slachtoffers en hun families, ondanks de decennialange vertraging en de uitdagingen van het bewijzen van zaken uit het verleden.