Eerste naoorlogse troonrede Wilhelmina: symbolische herstart van democratie

donderdag, 20 november 2025 (09:16) - NOS Nieuws

In dit artikel:

De Staten-Generaal houden vandaag een Bijzondere Verenigde Vergadering ter herdenking van 20 november 1945, de datum waarop koningin Wilhelmina na de Tweede Wereldoorlog haar eerste troonrede hield. Het evenement markeert 80 jaar sinds die toespraak die wordt gezien als het symbolische begin van de herstelde democratie in Nederland. Koning Willem-Alexander en prinses Amalia zijn bij de bijeenkomst aanwezig.

Wilhelmina, die in 1940 naar Engeland was uitgeweken en pas bij de bevrijding van Brabant terugkeerde, gebruikte haar naoorlogse troonrede om te reflecteren op de oorlog, de slachtoffers — waaronder tienduizenden Joodse landgenoten — te herdenken en de noodzaak van wederopbouw en vernieuwing te benadrukken. Ze riep op zowel verworvenheden te behouden als ruimte te scheppen voor hervormingen in onderwijs, industrie en de relatie met de koloniën, en waarschuwde tegen het verspillen van de kostbaar verworven vrijheid.

De huidige voorzitter van de Eerste Kamer, Mei Li Vos, en de recent verkozen Tweede Kamervoorzitter Thom van Campen spreken namens de Kamers. Vos onderstreept het belang van die novemberdag: "Vijf jaar lang had Nederland geen democratie gehad. Vijf jaar lang konden we niet zelf besluiten hoe we wilden leven." Daarmee plaatst zij de herdenking in het hart van de democratische wederopbouw van naoorlogs Nederland.

De context van de 1945-vergadering verschilde sterk van de gebruikelijke Prinsjesdag: de troonrede vond in november plaats omdat het land nog niet genoeg hersteld was en veel symboliek ontbrak — geen Gouden Koets, sobere kleding en een onvolledig parlement. Veertig zetels stonden open; een noodparlement met veel vertegenwoordigers uit het verzet vulde het gat totdat in het voorjaar van 1946 weer reguliere verkiezingen gehouden konden worden.

De herdenking vandaag verbindt het parlementaire Nederland met die periode van rouw, herstel en hervorming en benadrukt de blijvende waarde van democratische instituties na crisis en conflict.