Eerste Kamer stemt in met verbod op contante betalingen boven €3000: wat gaat dit betekenen?
In dit artikel:
De Nederlandse overheid intensifieert haar strijd tegen georganiseerde misdaad door criminele verdienmodellen gericht aan te pakken en vaker vermogen af te pakken. Minister van Justitie David van Weel benadrukt dat het afpakken van vermogen essentieel is om criminaliteit te bestrijden, maar pleit voor een bredere aanpak. Recent stemde de Eerste Kamer in met een verbod op contante betalingen boven de 3000 euro, bedoeld om witwassen via grote cashtransacties te bemoeilijken. Volgens de ministers van Financiën en Justitie moeten criminelen de consequenties voelen, niet legitieme ondernemers. Dit beleid stuit echter op weerstand bij onder meer truckhandelaren en juweliers die vrezen klanten naar buurlanden zoals Duitsland te verliezen.
Internationaal wordt eveneens stevig samengewerkt. Opsporingsdiensten als de FIOD traceren buitenlands illegaal vermogen, gesteund door Europese regels die het afpakken van criminele inkomsten zonder veroordeling versterken. Dit is cruciaal bij zaken als die tegen Jos Leijdekkers, waarbij het Openbaar Ministerie (OM) 221 miljoen euro vordert. Ook ondergrondse bankiersystemen en cryptocommunicatie vormen een uitdaging omdat ze grote geldstromen buiten toezicht houden; Nederland werkt daarom nauw samen met internationale partners om deze netwerken aan te pakken.
Tegelijkertijd toont onderzoek dat Nederland koploper is in digitale betalingen binnen Europa. Het aandeel contante transacties ligt hier onder de 30 procent, ver onder het EU-gemiddelde van ruim 50 procent, mede door het uitgebreide gebruik van pinpassen en mobiele betalingen. Nederlanders dragen gemiddeld minder contant geld bij zich dan inwoners van andere EU-landen, terwijl privacyzorgen over digitale betalingen relatief laag zijn.
Het aantal geldautomaten neemt echter af en veel automaten kampen met storingen. Geldmaat, beheerder van de aflostations van de grootste banken, meldt dat de maximale uitval van 2,5 procent niet wordt gehaald; in december 2024 was dit zelfs 4,5 procent. Vooral stortautomaten hebben stevige problemen, wat de toegang tot contant geld bemoeilijkt. De daling wordt deels toegeschreven aan faillissementen en technische vervangingen, maar er wordt ook gepleit voor een andere meetmethode die rekening houdt met nabijgelegen beschikbare automaten.
De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) adviseert burgers voor mogelijke crisissituaties extra contant geld aan te houden als vangnet bij uitval van digitale betaalmiddelen. Dit sluit aan bij overheidsadviezen om een noodpakket samen te stellen met onder meer contant geld en belangrijke papieren, voor bijvoorbeeld stroomuitval of cyberaanvallen die het betalingsverkeer kunnen stilleggen.
In de Tweede Kamer ontstond verdeeldheid over de betaalverbodlimiet; hoewel een meerderheid koos voor 3000 euro, werd een voorstel om dit te verhogen naar 10.000 euro verworpen. Voorstanders benadrukken dat strengere limieten Nederland weerbaarder maken tegen criminaliteit, terwijl tegenstanders vrezen voor de vrijheid van consumenten en wantrouwen jegens de overheid versterken.
Econome Jelena Postuma pleit vanuit privacy- en gebruiksoptiek voor het behoud van contant geld. Ze wijst op het belang van fysieke geldmiddelen bij storingen in digitale systemen en benadrukt dat contant geld anonimiteit biedt, wat cruciaal wordt geacht als mensenrechten. Postuma uit bezorgdheid over de opkomst van digitale valuta zoals de digitale euro (CBDC), die volgens haar onnodig en onwenselijk zijn en vooral gedreven worden door centrale banken die hun monopolie willen behouden. Ze waarschuwt dat een geheel cashloze economie de persoonlijke vrijheid kan ondermijnen en roept op het gebruik van contant geld te blijven ondersteunen.
Deze ontwikkelingen illustreren een spanningsveld tussen de noodzaak om criminaliteit te bestrijden en de wens om financiële vrijheid en privacy te behouden in een snel digitaliserende samenleving. Tegelijkertijd zetten technische en maatschappelijke veranderingen de rol van contant geld sterk onder druk, terwijl overheid en financiële instellingen pleiten voor een evenwichtige en toekomstbestendige benadering.