Een manosphere-leger kan een democratie nooit goed verdedigen | opinie
In dit artikel:
Op de Amerikaanse basis Quantico (Virginia) hielden vorige week zo’n achthonderd hoge militairen een bijeenkomst waarbij minister Pete Hegseth en president Donald Trump hun nieuwe koers voor het leger ontvouwden. Hegseth, door de auteur aangeduid als bewindsman van een door de regering-Trump deels omgedoopte “ministerie van Oorlog”, schuwde harde taal: politieke correctheid moet verdwijnen en mensen die alleen door ras, afkomst of geslacht op hogere posities zitten, horen niet thuis in de krijgsmacht. Zijn boodschap was dat het leger weer een kille, eenduidige vechtmacht moet zijn — in zijn woorden korte metten met het “gelul”.
Trump sloot daarop aan met een ingrijpender beleidsrichting: het leger moet niet alleen voor buitenlandse operaties klaarstaan, maar ook ingezet kunnen worden tegen wat hij omschreef als een “invasie van binnenuit” — met andere woorden: tegen binnenlandse tegenstanders en om orde te herstellen in door Democraten geregeerde steden. Samen schetsen hun uitspraken een voorkeur voor een homogeen, mannelijk georiënteerd korps waarin de zogenaamde manosphere de toon voert en ruimte voor minderheden of interne kritiek wordt uitgesloten.
Roeland Sprey, oud-redacteur en -commentator, keert zich fel tegen die visie. Hij betoogt dat juist het vermogen van een leger om een afspiegeling van de samenleving te zijn, het effectief en legitiem maakt. Een krijgsmacht die diversiteit en tegengeluiden wegdrukt en alleen “mannelijke krijgers” wil, verliest volgens hem niet alleen aan kracht maar ook aan legitimiteit bij het verdedigen van een democratie. Sprey wijst op het traditionele Amerikaanse motto “E pluribus unum” — uit velen één — en stelt dat het Trump-beleid dit principe verwerpt ten faveure van een militair apparaat dat primair de president en zijn beleid dient in plaats van de hele natie.
Kort gezegd: de bijeenkomst in Quantico markeert een poging van Trump en zijn bondgenoten om het leger te transformeren naar een intern eenduidige, agressiever ingestelde macht, terwijl de auteur waarschuwt dat zo’n uniformering de slagkracht en democratische verankering van de strijdkrachten ondermijnt.