Een klimaattop in Belém zonder VS en met doelen die uit zicht raken. Maar toch willen landen laten zien dat nog van alles mogelijk is
In dit artikel:
De Braziliaanse regering wil van COP30 in Belém geen debatshow maken maar een "COP of action": concrete afspraken over aanpassing aan klimaatimpact, overstap naar duurzamere brandstoffen en vooral meer geld voor ontwikkelingslanden. De keuze voor Belém, in het Amazonegebied, is bewust symbolisch en staat in het teken van bossenbescherming — met name het voorgestelde Tropical Forest Forever Facility (TFFF), een investeringsfonds waarin publieke en private middelen (idee: ongeveer 125 miljard) samenkomen. TFFF zou rendement uit investeringen gebruiken om tropische boslanden te betalen voor behoud en biodiversiteit, en reserveert circa 20% van de middelen voor inheemse gemeenschappen. Het initiatief krijgt steun van organisaties zoals WWF, de Wereldbank en Noorwegen; Brazilië zelf beloofde al één miljard.
Toch zullen de uitkomsten van de klimaattop zwaar worden beïnvloed door zaken die niet op de officiële agenda staan. Vijf grote onzekerheden bepalen de sfeer en de kansen:
1) De Verenigde Staten zijn formeel niet vertegenwoordigd door een federale delegatie; president Trump noemde de klimaatcrisis eerder "the greatest scam ever" en ontmantelt binnenlands klimaatbeleid. Afwezigheid kan het onderhandelingsproces minder gehinderd lijken, maar ervaringen elders (zoals uitstel van een scheepvaartheffing na dreigementen vanuit de VS) tonen dat zelfs afwezige Amerikaanse invloed verstorend kan blijven.
2) China zou een vacuüm kunnen opvullen, maar doet dat tot nu toe voorzichtig. Het land breidt zijn voorsprong in hernieuwbare energie uit en profileert zich liever als 'sleutelpartij' voor het mondiale zuiden dan als wereldleider die verantwoordelijkheid en hiërarchie op zich neemt.
3) Emissiedoelen voor 2035 bleken grotendeels teleurstellend: slechts 64 landen — goed voor ongeveer een derde van de werelduitstoot — leverden nieuwe ambities in, en de VN-berekeningen laten zien dat de huidige plannen de wereld op koers zetten voor ongeveer 2,3–2,5°C opwarming, ver boven Parijsdoelen. Ook de EU leverde laat en met lagere ambities dan verwacht, mede door het gebruik van koolstofkredieten, wat de morele leiding van het blok aantast.
4) Financiering blijft een heet hangijzer. Vorig jaar werd een minimumdoel van 300 miljard dollar per jaar in 2035 afgesproken voor klimaatfinanciering, maar onduidelijkheid over leningen versus giften, verdeling tussen adaptatie en mitigatie, en controlemechanismen blijft groot. Wetenschappelijke schattingen wijzen op veel hogere behoeften (rond 1.300 miljard of meer), waardoor ontwikkelingslanden blijven pushen voor concrete afspraken. TFFF past in deze discussie als voorbeeld van een nieuwe manier om geld te mobiliseren.
5) Desinformatie vormt een groeiend risico voor vertrouwen en besluitvaardigheid. Misinformatie en doelbewuste desinformatie ondermijnen publiek debat en kunnen multilaterale samenwerking verlammen; wetenschappers en COP-organisatie waarschuwen dat dit de grootste korte-termijnbedreiging kan zijn.
Kortom: COP30 wil daadkracht tonen, met adaptatie en bosbescherming prominent, maar uitkomst en ambitie zullen afhangen van geopolitieke spelletjes (VS en China), zwakke emissiedoelen, de onopgeloste financieringsvraag en de strijd tegen desinformatie. De top in Belém wordt zo een test voor het vermogen van internationale samenwerking om ondanks verdeeldheid toch concrete stappen te zetten.