Een ijzersterke debuutroman over de ongelijke liefde tussen een oudere man en een jong meisje
In dit artikel:
Anne Mieke Backer brengt met Ik was dat meisje een krachtig, subtiel antwoord op een oud literair verhaal: de roman vertelt het perspectief van het Franse meisje dat in 1961 een verhouding had met een Amerikaanse man — dezelfde affaire die James Salter later verwerkte in Spel en tijdverdrijf. Waar Salter het incident vanuit een mannelijke blik en via een jaloerse observator neerschreef, geeft Backer het meisje de woorden terug; niet om louter te veroordelen, maar om de veelheid aan gevoelens, herinneringen en verantwoordelijkheden te tonen.
De roman schakelt voortdurend tussen twee lagen: de jonge ik-verteller die het avontuur beleeft in het nu van 1961 — reizen door Frankrijk, hotelkamers, ontluikende seksualiteit en de bewuste keuze om ‘ja’ te zeggen tegen wat de Amerikaan vraagt — en de oudere vertelster die jaren later terugkeert op die episodes en ze met moderne scherpte en twijfel bekijkt. Door die wisselwerking blijft niets zwart-wit: momenten van tederheid en begerigheid staan naast ongemak en machtsongelijkheid, en de lezer mag zelf wegen of het om naïviteit, exploitatie of een mengvorm gaat.
Literair gezien is het opvallend hoe volwassen Backer schrijft: dit debuut voelt niet als een eerste poging maar als werk van een ervaren stilist. Haar proza is zorgvuldig en spaarzaam, sterk in beeldspraak en detail, soms geestig, vaak precies in observatie. Daarmee overstijgt ze niet alleen het origineel waar ze op reageert, maar maakt ze ook duidelijk dat haar roman meer is dan een polemiek; het is een ontroerend en complex portret van vrouwelijkheid, verlangen en geheugen.
De plaatsing van Backers boek binnen de trend van ‘antwoordliteratuur’ wordt expliciet gemaakt: net zoals recente werken James (Percival Everett) en het toneelstuk F*CK LOLITA eerder genegeerde stemmen terughaalden, zet Backer nu het meisje — die in Salters versie vooral onderwerp van mannelijke blik was — centraal. Ze kartografeert hoe literaire representaties de werkelijkheid kunnen vervormen en hoe schrijvers, ook onbedoeld, afstand kunnen nemen van verantwoordelijkheid door personages te fragmenteren of zichzelf te vermommen als neutrale verteller.
Backer brengt geen simpele afrekening. Haar vertelkunst laat ruimte voor ambiguïteit: de Amerikaan kan zowel teder als manipulerend zijn; het meisje is zowel begeerlijk als kwetsbaar, met een persoonlijke vrijheidsovertuiging die eerder Bardot dan Beauvoir lijkt. Cruciaal is de suggestie dat het splitsen van identiteiten — de man die zichzelf in zijn roman ontkoppelde van zijn daden — een mechanisme is om aansprakelijkheid te ontlopen. Door zowel het meisje van toen als de vrouw van nu aan het woord te laten, maakt Backer die scheiding onhoudbaar: zij ís dat meisje.
Kortom: Ik was dat meisje is een doordacht en beheerst geschreven roman die zowel esthetisch overtuigt als moreel aangescherpt is. Backer herstelt een stem die lang verstomd was, en doet dat zonder simplistische veroordelingen — ze levert een genuanceerd, literair weerwoord dat het oorspronkelijke verhaal herijkt en de lezer dwingt opnieuw te kijken naar macht, verlangen en herinnering.