Een grote onderhouds­beurt van democratie en rechtsstaat - met CDA en D66 is het mogelijk

donderdag, 6 november 2025 (13:37) - Follow the Money

In dit artikel:

Na de val van het kabinet en tijdens een ingewikkelde formatie blijft één politieke realiteit staan: D66 heeft CDA en VVD nodig om te kunnen besturen. Die combinatie schept kansen om de Nederlandse rechtsstaat en democratische instituties grondig te herstellen, mits de VVD niet tegenwerkt — die partij heeft in het verleden vaker vernieuwing geblokkeerd.

Initiatieven van D66 en CDA overlappen op meerdere terreinen. Kamerlid Joost Sneller lanceerde eind september het hervormingsplan Project 2026, dat waarschuwt voor de risico’s van autoritaire neigingen en voor democratische verzwakking die onder meer door de PVV zichtbaar werd. Beide partijen willen daarom maatregelen nemen om partijen intern democratischer te maken — een maatregel die vooral gericht is tegen de sterke, centraal geleide PVV — en D66 overweegt daarnaast mogelijkheden voor een partijverbod. Het idee van verplichte interne besluitvorming staat niet geheel nieuw (een vergelijkbaar wetsvoorstel stond in 2019 al op tafel), maar de steun van het CDA is nieuw en kan politieke draagkracht opleveren.

Toegang tot rechtspraak is een tweede gezamenlijk punt: sociale rechtsbijstand verkeert in zwaar weer door te lage vergoedingen. D66 en CDA steunen structureel extra geld voor de sociale advocatuur en verwijzen naar aanbevelingen van de Commissie-Van der Meer II; concreet noemen ze 40 miljoen euro extra per jaar. De VVD heeft hier eerder vraagtekens bijgezet, maar de voorgestelde investering is relatief bescheiden en bedoeld om instorting van de rechtsbijstand te voorkomen.

Tegengaan van desinformatie en buitenlandse inmenging vormt een derde aandachtsgebied. Beide partijen pleiten voor Europese samenwerking en strengere handhaving van regels als de Digital Services Act en maatregelen tegen anonieme accounts en misleidende algoritmische prikkels die polariserende content versterken.

Een belangrijk onderscheid tussen partijen gaat over de autonomie van rechters en het openbaar ministerie. D66 wil het ministerie van Justitie niet langer betrekken bij benoemingen van de Raad voor de Rechtspraak, een eigen begroting voor de rechtspraak en het schrappen van de ministeriële aanwijzingsbevoegdheid ten aanzien van vervolgingsbeleid. Het CDA staat open voor vergelijkbare onderzoeken naar benoemingsprocedures en begrotingssystemen, maar is minder expliciet; de VVD wil de aanwijzingsbevoegdheid behouden.

Tot slot steunen D66, CDA en VVD het idee dat rechters wetgeving aan de grondwet mogen toetsen — D66 wil dat ook sociale grondrechten onder die toetsing vallen — maar geen partij pleit voor een nieuw constitutioneel hof. Dat vergt een grondwetswijziging.

Kortom: er ligt een reëel pakket van voorstellen op tafel dat de onafhankelijkheid van instituties, toegang tot recht en de weerbaarheid tegen desinformatie kan versterken. Of die plannen worden doorgevoerd hangt vooral af van de positie van de VVD in de formatie en van politieke wil om de fouten van het vorige kabinet te herstellen.