Een echte Brexit is er nooit gekomen

woensdag, 22 oktober 2025 (04:22) - Indepen

In dit artikel:

Op 31 januari 2020 trad het Verenigd Koninkrijk formeel uit de Europese Unie, maar in de praktijk bleef veel op zijn plaats. Tussen 1 februari en 31 december 2020 liep een overgangsperiode waarin het VK geen lid meer was, maar de facto nog volledig meedeed aan de interne markt en douane-unie. Dat zorgde voor continuïteit voor bedrijven en burgers terwijl onderhandelingen over de toekomstige relatie plaatsvonden. In die periode bleef vrijwel alle EU-wetgeving van kracht in het VK, bleef het Europese Hof van Justitie het hoogste rechtsorgaan voor EU-rechtelijke kwesties en bleef het VK bijdragen aan de EU-begroting; vrije handelsverdragen kon Londen nog niet zelfstandig sluiten.

Een van de meest complexe onderwerpen betrof de grens op het eiland Ierland. Om het vredesproces te beschermen en een harde grens te voorkomen, kwam het Noord‑Ierland‑protocol tot stand. Noord‑Ierland bleef daarbij in de praktijk binnen de EU-regelgeving voor goederen en de douane-unie, met blijvende toepassing van EU-normen voor productveiligheid, voedsel- en diergezondheid en het Europese rechtskader. Dit maakte Noord‑Ierland tot een uitzonderlijk territorium: Brits soeverein, maar gereguleerd volgens veel EU-voorschriften. Politieke spanningen hierover leidden in 2023 tot het Windsor‑kader, dat het protocol in kern overeind hield maar met meer flexibiliteit probeerde te werken.

Vanaf 1 januari 2021 trad de Trade and Cooperation Agreement (TCA) in werking: een vrijhandelsakkoord zonder tarieven of quota, maar geen volledige vrijstelling van EU-invloed. De TCA bevat bepalingen die het VK verplicht om op belangrijke terreinen – milieu- en arbeidsnormen, staatssteunregels en technische conformiteitseisen – in de pas te lopen met de EU om oneerlijke concurrentie te voorkomen. Britse producten die de EU willen bereiken, moeten voldoen aan EU-regels en -keurmerken; de Britse UKCA-markering bestaat, maar toegang tot de EU vereist vaak EU-conformiteit.

Ook op digitaal gebied zie je de invloed van de EU terug. De EU Digital Services Act heeft het beleid van grote techbedrijven en systemen voor contentmoderatie beïnvloed, terwijl het VK met de Online Safety Act een eigen, door de EU geïnspireerde regeling invoerde. Het zogeheten “Brussel‑effect” verklaart hoe EU-standaarden door handelsrelaties elders worden overgenomen.

Kortom: Londen won formele soevereiniteit terug, maar veel beleidsruimte werd in de praktijk beperkt door economische verwevenheid en afspraken. De auteur concludeert dat deze gedeeltelijke ontkoppeling het model biedt voor een mogelijke Nexit voor Nederland, met als voordeel vermeende meer vrijheid en een jaarlijkse besparing van circa 10 miljard euro aan EU‑bijdragen — een politiek en juridisch controversieel voorstel met grote gevolgen mocht het serieus worden overwogen.