Een beetje respect graag, ja, als het over Nederland en Amsterdam gaat

woensdag, 3 december 2025 (12:00) - De Groene Amsterdammer

In dit artikel:

Marja Pruis (column, 3 december 2025) schrijft vanuit een persoonlijke liefde voor Amsterdam en reageert op buitenlandse kritiek die de stad genadeloos neerzet. Ze erkent de ergernissen — wegopbrekingen, ratten, toeristen, vuil — maar weigert zich aan te sluiten bij het klaagkoor: Amsterdam is haar thuis, ze fietst er dagelijks met een soort trotse vanzelfsprekendheid en probeert gastvrij te blijven voor bezoekers, zolang die ten minste respect tonen.

Pruis haalt voorbeelden aan van hoe buitenlandse observaties haar kijk op Nederland hebben beïnvloed. Een Vlaams nieuwsitem over de dubbeldeksfietsenstallingen wekte praktische bewondering; een uitgebreid essay in The New Yorker over Nederlands fietsgedrag — het rechtop en woordloos navigeren op de fiets — gaf haar een bijna militaire metafoor voor het dagelijkse verkeer en koppelde die houding aan bredere democratische eigenschappen van Nederlanders. Die beelden koestert ze nog steeds, hoewel ze erkent dat het onderzoek uit een ander, minder door problemen getekend Amsterdam stamt.

Die waardering staat haaks op een recent fel stuk op Substack, geschreven door een Britse publiciste die mede-oprichter is van Women for Justice. Volgens Pruis beschrijft die schrijfster Amsterdam op de meest denigrerende wijze — ze reduceert de stad tot een zedeloos decor, hekelt vermeende misstanden zoals pooiers en mensenhandel en trekt zware conclusies over euthanasiepraktijken. Pruis ervaart die aanval als incoherent en onrechtvaardig: de buitenlandse kritiek mengt serieuze zorgen over liberalisme en tolerantie met banale oprispingen van afkeer (zelfs de Nederlandse erwtensoep krijgt een sneer).

De column is deels verontwaardigd, deels verbeeldend: Pruis prikt gaten in de overdrijvingen van de buitenstaander maar ziet tegelijk in dat Amsterdam niet vrij is van problemen. Ze relativeert hardnekkige clichés over Nederlanders (zoals talrijke “Dutch”-uitdrukkingen die in het offensief worden gebruikt) met humor — een korte anekdote in de keuken over de betekenis van een “Dutch wife” illustreert dat ironisch-relativerende perspectief.

Kortom: Pruis verdedigt haar stad met liefde en kritiekvaardigheid. Ze wijst buitenlandse generalisaties van de hand, prijst pragmatische, typisch Amsterdamse oplossingen en roept op tot meer nuance bij wie van buiten oordeelt over Amsterdam en Nederland.