Edino van Dorsten: „Zelfs de gedachte dat mijn vader fout was, mocht ik niet hebben"
In dit artikel:
Edino van Dorsten (33), een van de negen kinderen die centraal stonden in de zaak rond de boerderij van Ruinerwold, heeft zijn jeugd opgetekend in het boek Mijn naam is Edino. Hij vluchtte in 2009 uit het gezinsleven; pas in 2019 ontdekte de politie het gezin op de boerderij in Ruinerwold — en ook Edino had daar nooit daadwerkelijk gewoond, omdat het gezin pas na zijn vertrek verhuisde. Met zijn boek wil hij begrip voor machtsmisbruik vergroten en omstanders aansporen eerder in te grijpen.
Van Dorsten schetst hoe zijn vader via religieuze en occulte overtuigingen totale controle uitoefende: kinderen kregen aangepraat dat vader boodschappen van God doorkreeg, soms zelfs geestelijke ‘entiteiten’ van anderen in hen plaatste, en moesten zich naar die rollen gedragen. Edino beschrijft hoe die manipulatie alledaagse realiteit vervormde; angst, verwarring en lijfelijke straffen bepaalden zijn jeugd. Er werden cassettebandjes gebruikt om dagelijkse indoctrinatie af te dwingen. Hoewel hij vaak zichtbaar vermoeid of gewond op school kwam, bleef veel van het misbruik verborgen achter familiedeuren.
Een cruciale wending in het verhaal is de rol van juf Eveline uit groep 8. Zij merkte de signalen op, probeerde kinderen naar huis te brengen en deed uiteindelijk een melding bij de kinderbescherming. Die instantie voerde een gesprek met vader en Edino, maar vader had zijn antwoorden geoefend en relativiseerde verwondingen als ongelukjes. Volgens Edino handelt de juf correct en heeft zij veel geprobeerd, maar de officiële instanties faalden toen echt door te grijpen.
Ook de buitenwereld zag aanwijzingen zonder ingrijpen: buren hoorden mogelijk geschreeuw en zagen ongewone verplaatsingen van gezinsleden, maar veel mensen dachten dat men “altijd wel eens ruzie” heeft of zagen alleen delen van het plaatje, zoals samen spelende kinderen in de tuin. Politieagenten die ooit op het land waren vanwege een vergunning zagen kinderen in een kas tijdens schooltijd, maar stelden geen vragen over schoolverzuim. Vader interpreteerde deze onopgemerkte situaties als bevestiging van zijn missie en zei dat God aan hun zijde stond.
Over medeplichtigen in huis geeft Edino een genuanceerde beoordeling. De klusjesman Josef kreeg in 2022 straf, maar Edino ziet hem tegelijk als dader en als iemand die zelf onder de ideologie gebukt ging: hij bleef wegkijken omdat hij in de overtuigingen van vader geloofde en offers accepteerde. De grootste slachtofferpositie toeschrijft Edino aan zijn moeder: zij had eerder ook mishandeling meegemaakt, werd door zijn vader geïsoleerd en gehersenspoeld, kreeg later geen medische hulp bij ziekte en overleed — iets wat Edino niet rechtstreeks als moord bestempelt, maar als het gevolg van haar isolement en de ontzegging van zorg.
Pas nadat het gezin in 2019 werd ontdekt, durfden de kinderen echt met elkaar te praten en te erkennen dat vader fout zat. Edino worstelde lang met schuldgevoel over het niet alerter optreden en met de interne verankering van vaders gezag: hij bleef bijvoorbeeld bang voor politie en voelde nog steeds triggers en nachtmerries. Tegelijkertijd benadrukt hij dat het verleden hem niet verhindert een betrokken vader te zijn voor zijn eigen drie dochters; hij wil met zijn verhaal laten zien dat patronen te doorbreken zijn en pleit voor meer waakzaamheid van omstanders en instanties. Met Mijn naam is Edino wil hij inzicht geven in hoe machtsmisbruik werkt en hoop geven dat anderen eerder ingrijpen.