Economische impuls van AI-investeringen in Nederland beperkt
In dit artikel:
ING-cijfers laten zien dat investeringen in kunstmatige intelligentie de Amerikaanse economie in de eerste helft van 2025 flink hebben opgetild: zonder uitgaven aan IT-hardware en -software zou de groei vrijwel nihil zijn geweest. Vooral hardware-investeringen — mede door een opleving in datacenters — zorgden voor een jaarlijkse stijging van IT-uitgaven van circa 23% in de VS. Harvard-econoom Jason Furman en media als de Financial Times hebben dit gekoppeld aan een AI-boost, maar waarschuwen ook dat de houdbaarheid van die groei kwetsbaar is als AI-investeringen teruglopen.
In Nederland is dat beeld heel anders. IT-investeringen bedragen rond de 3% van het bbp (waarvan ongeveer 2,3% software en 0,7% hardware) en de groeitempo in H1 2025 was slechts ruim 3% — ongeveer zeventiende van de Amerikaanse toename. Daardoor verandert het Nederlandse groeicijfer van 1,4% op jaarbasis nauwelijks als IT-investeringen buiten beschouwing worden gelaten. Dat maakt de economie minder gevoelig voor een eventuele AI-dip, maar betekent ook dat Nederland moeilijker kan meeliften op AI-gedreven productiviteitswinst.
Onderzoekers en beleidsadviezen (zoals het Draghi-rapport en DNB-studies) wijzen erop dat tekorten aan ruimte en elektriciteit voor datacenters en een achterblijvende hardware-infrastructuur de concurrentiepositie van Nederland op lange termijn kunnen schaden. Wouter Hoeffnagel is Manager Online Content bij Dutch IT Media.