Economisch beeld vrijwel even negatief

In dit artikel:

De Conjunctuurklok van het CBS voor september laat een even somber beeld zien als in juli en augustus: vrijwel alle macro-indicatoren staan onder hun langjarige trend. Van de dertien gebruikte signalen presteerden er twaalf slechter dan gemiddeld, wat wijst op een breed gedragen zwakte in de Nederlandse economie — al geldt dat niet voor elk huishouden, bedrijf of regio hetzelfde.

Consumentenvertrouwen bleef in september even laag als de twee voorgaande maanden; producentenvertrouwen verbeterde iets ten opzichte van augustus. Beide vertrouwenindicatoren liggen echter onder het twintigjarige gemiddelde. Op hoofdlijnen per maand en kwartaal: huishoudens gaven in juli 1,3% meer uit dan een jaar eerder (gecorrigeerd voor prijzen en koopdagen), zowel aan goederen als diensten. De goederenexport nam in juli met 2,4% toe (werkdaggecorrigeerd), vooral door meer uitvoer van delfstoffen, machines en (basis)metaalproducten. Tegelijk daalden de investeringen in materiële vaste activa in juli met 3,9% op jaarbasis, met name minder uitgaven aan gebouwen en wegvervoer.

De industriele productie kromp: in juli 1,1% lager dan een jaar eerder (kalendergecorrigeerd) en seizoen- en kalendergecorrigeerd 1,4% lager dan in juni. Het aantal faillissementen daalde in augustus met 21 ondernemingen (−7% ten opzichte van juli).

Op de huizenmarkt stegen in augustus 2025 de prijzen van bestaande koopwoningen gemiddeld met 7,9% ten opzichte van een jaar eerder en met 0,5% ten opzichte van juli. De arbeidsmarkt toont tekenen van afkoeling: in augustus waren 401 duizend mensen werkloos (3,9% van de beroepsbevolking), een lichte stijging ten opzichte van juli; het aantal werklozen nam de afgelopen drie maanden gemiddeld met 5 duizend per maand toe. In Q2 werkten werknemers en zelfstandigen samen ruim 3,7 miljard uur, 0,3% minder dan in het voorgaande kwartaal. Openstaande vacatures daalden bijna 7 duizend tot bijna 389 duizend, en de omzet van uitzendbureaus was in Q2 iets lager dan een jaar eerder (−0,3%).

Volgens de tweede bbp-berekening groeide de economie in Q2 2025 met 0,2% ten opzichte van Q1, vooral gedragen door investeringen, met ook een positieve bijdrage van overheids‑ en huishoudconsumptie. Samengevat: licht herstel in het bbp, maar meerdere signalen wijzen op een verzwakte groei en een afkoelende arbeidsmarkt.