Duurzaam beleggen in de stijl van pensioenfonds PFZW kost ieder jaar miljarden aan rendement
In dit artikel:
Nederlands grote pensioenfondsen volgen een andere route in ‘duurzaam beleggen’ dan het grootste fonds ter wereld, met duidelijk verschillende uitkomsten. Het Noorse staatsfonds (NBIM/Norges Bank), dat ongeveer 1.600 miljard euro beheert, kiest voor actieve aandeelhoudersplicht: bij problemen met milieu of arbeidsomstandigheden spreekt het fonds het management aan en verkoopt het zelden aandelen. Daardoor blijven verantwoordelijkheidskwesties binnen bedrijven aan de orde en krijgen onbetrouwbare kopers niet goedkoop de kans om de aandelen over te nemen. In de afgelopen jaren heeft het Noorse fonds uit duizenden posities slechts rond de 28 bedrijven geschrapt; het effect op rendement voor deelnemers is volgens NBIM vrijwel verwaarloosbaar (ongeveer ±0,002% per jaar).
Nederlandse fondsen als PFZW (zorgpensioen, circa 250 miljard) hebben een tegenovergestelde aanpak gekozen onder invloed van activistische groepen zoals Extinction Rebellion: grootschalig divesteren. PFZW verkocht in drie jaar tijd posities in 279 bedrijven — tienmaal zoveel als Noorwegen — en rapporteert dat de zogenoemde Sustainable Development Investments slecht uitpakten: deelnemers zouden gemiddeld zo'n 6% per jaar aan rendement hebben gemist. Die verliezen liggen fors boven de wetenschappelijke schattingen van de kosten van divestment, die in onderzoek sinds 2009 vaak rond 3% per jaar worden genoemd (recente updates bevestigen dat beeld).
Ook het ABP lijkt dezelfde weg op te gaan; er zijn signalen dat het fonds grote delen van zijn portefeuille wil afstoten op basis van morele criteria. Critici waarschuwen dat massale verkoop gemakkelijk leidt tot lagere rendementen en dat protestgroepen doorgaans blijven aandringen op verdere uitstap totdat alles is verkocht.
Interne weerstand binnen PFZW is volgens het artikel actief onderdrukt: de hoofdeconoom voor beleggingen, Guy Verberne, zou twee jaar lang thuisgezet zijn terwijl hij intern kritiek leverde op het verkoopbeleid. De rechter concludeerde uiteindelijk dat er niets inhoudelijks op zijn bijdragen viel aan te merken en oordeelde tegen het fonds. Een internationale adviesraad die vergelijkbare bedenkingen uitte werd opgeheven; de ontslagen leden waarschuwden later in vakblad ESB voor de hoge kosten van PFZW’s aanpak. Een interne enquête toont bovendien verdeeldheid onder deelnemers: ongeveer de helft is bereid iets lagere rendementen te accepteren voor duurzaamheid, de andere helft vreest dat het beleid ontspoort en pensioenen schaadt — die groep blijkt gelijk te krijgen volgens de gepresenteerde resultaten.
Verder wordt gewezen op het toezichtsklimaat: De Nederlandsche Bank zou kritiek en waarschuwingen rond de nieuwe pensioenwet en beleggingsrichting onvoldoende hebben meegenomen, waardoor beleid is ingevoerd dat ouderen dwingt naar meer staatsobligaties en naar verwachting lagere opbrengsten geeft. Bij enkele kleinere fondsen waren al vroeg extra stortingen uit reserves nodig.
Kernboodschap: actief aandeelhouderschap en samenwerking tussen fondsen leidt volgens voorbeelden en onderzoek tot beperkt rendementeffect en meer kans op gedragsverandering binnen bedrijven; grootschalig divestment onder druk van activisten lijkt daarentegen substantieel rendement te kosten en kan deelnemers financieel schaden. Het artikel pleit voor heroverweging van grote verkoopacties en voor meer respect en bescherming van deelnemersbelangen.