Duur invasie Gaza hangt af van tegenstand die Hamas nog kan bieden
In dit artikel:
Israël is deze week daadwerkelijk begonnen met een grootschalige invasie van Gaza-Stad, nadat premier Benjamin Netanyahu in augustus het veiligheidskabinet had overtuigd van het plan om de stad te bezetten als eerste fase van een operatie om de hele Gazastrook onder militaire controle te krijgen. Pas afgelopen dinsdag rolden de eerste tanks het centrum van de stad binnen, voorafgegaan door dagenlange luchtaanvallen op gebouwen en infrastructuur van Hamas. Het leger riep bewoners op Gaza-Stad te verlaten; naar eigen zeggen heeft ongeveer een derde van de circa 1 miljoen inwoners die waarschuwing opgevolgd. Inmiddels is het hele stadsgebied door Israël als gevaarlijk oorlogsgebied bestempeld.
Militair zet Israël ongeveer vijf divisies in — grofweg 50.000 man — waarvan twee in het stadscentrum opereren, een eenheid binnenkort de buitenwijken binnentrekt en twee andere onderdelen noord en zuid van de kuststrook bewaken. In de aanloop zijn rond 130.000 reservisten opgeroepen, waarvan de inzet tot november of begin volgend jaar kan lopen; het leger verwacht dat de bezetting nog zeker enkele maanden kan duren. Grote delen van de kuststrook zijn volgens het leger al onder controle.
Hoe lang en met welk resultaat de campagne zal zijn, hangt sterk af van de resterende weerstand van Hamas. Nadat de beweging op 7 oktober aanvallen pleegde, werd het aantal goed getrainde strijders destijds geschat op 20.000–30.000. Israël zegt sindsdien ongeveer 22.000 “terroristen” te hebben gedood, maar denkt dat Hamas nog steeds over enkele tienduizenden manschappen beschikt — vooral jonge, minder ervaren rekruten die ervaring opdeden met hinderlagen en explosieven. Dat maakt stedelijke gevechten in Gaza-Stad extra gevaarlijk: lokale kennis en guerrillatactieken werken in het voordeel van de verdedigers en vergroten de risico’s voor zowel Palestijnse burgers als Israëlische militairen.
Politiek is de operatie ook omstreden binnen Israël. Netanyahu ziet bezetting als noodzakelijk om Hamas definitief uit te schakelen en uit bestuur van de kuststrook te houden. Stafchef Eyal Zamir had echter gepleit voor een meer voorzichtige aanpak en onderzocht een ruil voor de resterende gijzelaars: langzamer optrekken om ontvoerden niet extra in gevaar te brengen en burger- en militairenlevens te sparen. Zamir was zelf bij troepen toen de aanval op Gaza-Stad begon.