Duitse politie mag drones neerhalen
In dit artikel:
Duitsland scherpt de regels voor onbemande luchtvaartuigen aan na een reeks recente incidenten met drones. Bondskanselier Friedrich Merz maakte bekend dat de oude politiewet — die nog geen rekening hield met drones — wordt aangepast. De federale politie krijgt daardoor ruimere bevoegdheden om kritieke locaties zoals luchthavens, treinstations, ministeries en marinewerven te beschermen. Zij mag voortaan technische middelen inzetten tegen zowel het toestel zelf als de besturing, eigen drones inzetten voor luchtobservatie van bijvoorbeeld demonstraties, en het afluisteren van communicatie en controle op wapens vereenvoudigen.
De wijziging komt nadat onbekende drones onder meer boven een marinewerf in Duitsland vlogen en het vliegverkeer op de luchthaven van München verstoorden; ook in buurland Denemarken waren verstoringen, waarbij Denemarken een mogelijk verband met eerdere Russische schendingen van het luchtruim noemt. Verdachten voor de incidenten zijn nog niet officieel aangewezen.
Europa worstelt met hoe agressief op te treden tegen ongewenste drones: neerhalen kan gevaarlijk zijn door rondvliegende brokstukken, en jammen kan civiele systemen en bemande vliegtuigen hinderen. Duitsland heeft extra moeite met een uniforme aanpak vanwege zijn gefragmenteerde politielandschap; de deelstaat Beieren heeft al toestemming gegeven om drones neer te schieten. In België mogen defensie en politie onder strikte voorwaarden jammen, maar bedrijven en particulieren niet — Thales Belgiums directeur Alain Quevrin zegt hierover kort: “dat mogen we niet”. Thales bouwt wel systemen en kleine raketten die drones kunnen uitschakelen en houdt waarnemingsapparatuur klaar.