Duitse begroting op het nippertje gered
In dit artikel:
Het Duitse parlement stemde vrijdag de federale meerjarenbegroting goed, ondanks felle kritiek van rechts, enkele economen en brede onrust onder jongeren. De regering van CDU/CSU en SPD wil voor 2026 zo’n 180 miljard euro extra lenen; een groot deel daarvan komt uit het eerder afgesproken “buitengewone vermogen” van circa 500 miljard euro bedoeld voor de Bundeswehr, verouderde infrastructuur en klimaatmaatregelen.
Tegenstanders waarschuwen dat de nieuwe schuldenlast toekomstige generaties zwaar zal belasten en de sociale verzekeringen onder druk zet. Tegelijk waarschuwde de binnenlandse veiligheidsdienst samen met de federale recherche diezelfde dag voor mogelijke Russische agressie en sabotage in Duitsland, wat de politieke discussie extra beladen maakt.
Economisch staat Duitsland al langere tijd onder druk: de economie kampt met stagnatie, Amerikaanse handelsbeperkingen en Aziatische concurrentie. Grote industriële werkgevers zoals Volkswagen, Bosch en Thyssen-Krupp kondigden het afgelopen jaar gezamenlijk ruim 100.000 ontslagen aan. Analisten en adviseurs van de regering zien weinig waarneembaar positief effect van de extra uitgaven op korte termijn; volgens hoogleraar Veronika Grimm zullen vanaf 2029 grote delen van de inkomsten naar sociale zekerheid, defensie en rentebetalingen gaan. Alleen de kosten voor huisvesting, onderwijs en opvang van vluchtelingen en uitkeringsgerechtigden bedragen ongeveer 50 miljard euro.
Kanselier Friedrich Merz — eerder werkzaam bij BlackRock — presenteerde kort tevoren een regeringsverklaring met belastingverlagingen voor bedrijven en riep burgers op tot geduld. Zijn populariteit daalt echter, en binnen de CDU is onvrede ontstaan: achttien jonge parlementariërs van de “Junge Gruppe” verzetten zich tegen het partijstandpunt over pensioenen. Zij maken zich zorgen over de snelle kostenstijgingen voor ongeveer 20 miljoen gepensioneerden; de Duitse Pensioenverzekering berekent dat tot 2040 circa 110 miljard euro nodig is om het pensioenniveau stabiel te houden, kosten die de federale overheid moet dragen.
Als antwoord op de industriële malaise neemt Berlijn een protectionistische koers: de regering wil de Europese afspraak om de verbrandingsmotor vanaf 2035 te verbieden deels omzeilen en pleit ervoor dat over tien jaar nog hybride voertuigen en auto’s op e-fuels mogen worden geproduceerd. Doel is de Duitse autoindustrie te beschermen en de concurrentie uit Azië te weerstaan, met een ambitie van 600.000 extra geproduceerde auto’s per jaar. Tegelijk kondigde SPD-schatkistbewaarder Lars Klingbeil een nieuwe aankoopsubsidie voor elektrische auto’s tot maximaal 5.000 euro aan.