Dubieuze constructie was bekend bij Amerikaans concern dat bv van 'bijlesweldoener' overnam
In dit artikel:
In 2023 nam het Amerikaanse kinderopvangconcern Bright Horizons via zijn Nederlandse onderdeel HIP 75% van het bijlesbedrijf De Future Makers bv over voor 1,7 miljoen euro. Uit interne e-mails, notulen en getuigenissen waar FTM inzag, blijkt dat die overname plaatsvond terwijl de commerciële bv feitelijk verstrengeld was met de non‑profitstichting Leren voor de Toekomst, opgericht door Darine El Houfi om betaalbare bijlessen aan kansarme kinderen te bieden.
El Houfi had in april 2023 nog een lunch met koning Willem‑Alexander naar aanleiding van zijn werk voor de stichting; kort daarna werkte HIP aan een overname van zijn bedrijf. Volgens documenten en medewerkers gebruikten scholen offertes en brochures met het logo van de stichting, maar ontvingen zij uiteindelijk facturen van de bv. Medewerkers en door subsidie of giften gefinancierd lesmateriaal werden door de commerciële tak ingezet, waardoor scholen dachten met een non‑profit samen te werken terwijl er een commerciële relatie bestond.
HIP en Bright Horizons ontkennen tegenover FTM dat zij signalen van belangenverstrengeling zagen of zich met het bestuur en de financiën van de stichting bemoeid hebben. De gelekte correspondentie vertelt echter een ander verhaal: HIP‑directeur Miriam Lensen vroeg expliciet om subsidieoverzichten en begrotingscijfers, stichtingsmedewerkers werkten op het HIP‑kantoor en in gezamenlijke vergaderingen bepaalden vertegenwoordigers van HIP, Bright Horizons, de bv en de stichting strategieën — waaronder plannen voor een gezamenlijk “label” om onderwijs‑subsidies binnen te halen. Notulen noemen ook een aanbesteding in de regio Alkmaar waarbij scholen als partners werden gepresenteerd, terwijl die scholen commerciële facturen kregen en nergens de bv werd genoemd.
Opvallend is dat Bright Horizons, een beursgenoteerd concern dat vooral de hogere inkomens bedient (volgens de New York Times kunnen tarieven bij het Amerikaanse moederbedrijf oplopen tot circa 44.000 dollar per jaar), mee sprak over de koers van een stichting gericht op kansengelijkheid. HIP zelf bedient ook het luxesegment; het bedrijf runt onder meer een privéschool met torenhoge schoolgelden.
FTM’s onderzoek legt een schemerzone bloot tussen commerciële belangen en een organisatie die publiek gefinancierde onderwijsactiviteiten zou moeten bevoordelen. Waar HIP en Bright Horizons spreken van kennismakingen en beperkte, incidentele betrokkenheid, tonen interne documenten daadwerkelijke betrokkenheid bij beleidskeuzes en inkomstenstromen van de stichting. De zaak roept bredere vragen op over de grens tussen goede doelen en commerciële exploitatie binnen het onderwijsveld, en over het gebruik van publieke middelen voor activiteiten waarin winstoogmerk en non‑profit elkaar overlappen.