Dubbelinterview: Hans Knottnerus (Sunny Cars) zet 'm in zijn vrij...
In dit artikel:
Hans Knottnerus stopt half oktober na 16,5 jaar als Managing Director van Sunny Cars Nederland en gaat vervroegd met pensioen. Voor TravMagazine gingen hij en oprichter/CEO Kai Sannwald nog één keer in gesprek om terug te blikken op hun samenwerking, de rol van mensen in de autoverhuurbranche en wat Sunny Cars onderscheidt in de markt.
Hun samenwerking begon in 2002, toen Knottnerus overkwam van National. Wat aanvankelijk een moeizame relatie tussen de Duitse organisatie en de Nederlandse markt was, veranderde snel door de klik tussen Kai en Hans. In plaats van formele procedures kozen ze vanaf het begin voor vertrouwen en directe samenwerking: strategisch én operationeel samen optrekken, zonder starre hiërarchie. Dat wederzijdse vertrouwen was juist de reden waarom Sannwald Hans vroegleider voor Nederland te worden.
Knottnerus bracht een lange brancheervaring (sinds 1979) en een verbindende leiderschapsstijl: coachend, aandacht voor mensen en sterk in uitvoering. Sannwald vulde dat aan met technisch inzicht en een drive om processen en systemen te optimaliseren. Deze combinatie — commercie en techniek — bleek vaak doorslaggevend in commerciële kansen, zoals bij het binnenhalen van klanten waarvan concurrenten faalden: snel bouwen van tools en tegelijk inzetten op persoonlijk netwerk en timing.
Een belangrijk thema in het gesprek is het vak van autohuur zelf: schijnbaar eenvoudige producten verbergen veel details en onzekerheden voor klanten. Sunny Cars koos bewust voor transparantie, all‑in-voorwaarden en aftersales, waardoor klanten dezelfde auto bij dezelfde leverancier anders ervaren. Intern hield Knottnerus scherp toezicht op operatie en service, terwijl Sannwald focuste op integratie en optimalisatie van systemen.
De twee partners deelden ook meningsverschillen, maar volgens hen waren die constructief: open discussies gevolgd door eensgezinde communicatie naar buiten. Menselijke anekdotes illustreren hun stijl—van tandemtochten en skitrips tot het halen van “raketijsjes” in een hete zomer—en tonen Knottnerus’ aandacht voor kleine gebaren die teammoraal versterken.
Culturele verschillen tussen Duitsland en Nederland kwamen ter sprake: Nederlanders stellen vragen en zoeken commerciële kansen, Duitsers waarderen precisie en structuur. Die verschillen leerden ze benutten; het leidde tot wederzijds begrip en een balans tussen durven en plannen.
Knottnerus noemt dat hij soms te veel op improvisatie vertrouwde en dat hij dingen soms beter had kunnen voorbereiden; Sannwald benadrukt dat juist die complementariteit hun succes maakte. Voor de toekomst laat Knottnerus het Nederlandse huis in vertrouwde handen achter: opvolgers Suzanne Al en Marco Ammerlaan kennen de organisatie van binnenuit en delen de kernwaarden.
De lessen die ze benadrukken: vertrouwen word je door doen, investeer in mensen, en wees niet bang om fouten te maken zolang je ervan leert. Sannwald vat Hans’ rol samen als menselijk, oprecht en toegewijd; Knottnerus kijkt uit naar rust en minder bestuurlijke rompslomp — al zal hij sommige zaken, en collega’s, zeker missen.