Drugsoorlog Brussel: minister wil militairen inzetten
In dit artikel:
Brussel kampt deze zomer met een nieuwe geweldsgolf, volgens de regering voortkomend uit drugscriminaliteit. De straatgeweldepisodes — soms dagelijks, met eerdere beelden van een vuurgevecht met kalasjnikovs bij een metrostation — vinden vooral plaats in achtergestelde wijken maar overslaan soms ook drukke winkelstraten. Politie zegt al jaren onderbezet te zijn; justitie waarschuwt dat het wachten is op onschuldige slachtoffers.
Als reactie kondigde de federale regering afgelopen weekend aan militairen in te willen zetten in de strijd tegen de drugsoorlog in Brussel. Binnenlandse minister Bernard Quintin stelt dat de verdediging van het grondgebied ook binnenlands inzet van het leger kan rechtvaardigen. Defensieminister Theo Francken zegt wetgeving klaar te hebben om soldaten extra politietaken te geven — zoals fouilleren, arresteren en identiteitscontroles — en wil zelfs een ‘Home Guard’ binnen Defensie oprichten.
Veel is echter nog onduidelijk: wanneer militairen naast agenten mogen patrouilleren en welke bevoegdheden ze precies krijgen, want formeel mogen militairen nu geen criminelen inrekenen. Ook wil de regering de versnipperde politiediensten in Brussel (zestien/zes politiekorpsen) samenvoegen tot één korps, iets wat 19 burgemeesters en lokale politici gevoelig ligt.
Linkse partijen in Brussel verzetten zich fel; Groen-Kamerlid Matti Vandemaele noemt inzet van het leger onterecht en pleit voor meer investeringen in opsporing en extra agenten in plaats van een mediagenieke militaire oplossing.