Drones, politie en een stil stadion: zo trapte Jong Oranje de EK-kwalificatie af

In dit artikel:

Twee politiemotoren escorteerden dinsdagavond twee geblindeerde touringcars met het team van Jong Israël naar stadion De Koel in Venlo voor de EK-kwalificatiewedstrijd tegen Jong Oranje. Vanwege veiligheidsmaatregelen, genomen in verband met de aanhoudende oorlog, werd de wedstrijd zonder publiek gespeeld en onder strikte bewaking gehouden: hekken rondom de parkeerplaats waren met zwart plastic afgeplakt, agentschappen stonden verspreid op het terrein en drie drones — twee van Israël en één van de Nederlandse politie — inspecteerden de omgeving.

In het verder vrijwel stille stadion waren alleen de coachingstemmen goed hoorbaar; journalisten werden bewust op afstand van elkaar geplaatst, wat deed denken aan wedstrijden in coronatijd. De wedstrijd eindigde in een 2-2 gelijkspel nadat Israël in de slotfase gelijkmaakte. Kersverse aanvoerder Rav van den Berg leidde Jong Oranje zichtbaar op het veld en zei dat de afwezigheid van publiek voelbaar was, maar volgens hem deed dat niets af aan de noodzaak voor zijn ploeg te winnen. Bondscoach Michael Reiziger toonde begrip voor de getroffen maatregelen.

De Israëliërs vierden het punt als een overwinning: de bank stormde bij de goals het veld op en maakte voor het eerst geluid in het leeggebleven stadion. Interviews met de Israëlische staf waren toegestaan maar beperkt tot sportieve onderwerpen; de Israëlische perschef benadrukte dat de spelers niets kunnen doen aan de oorlog en enkel waren gekomen om te voetballen.