Drones al weken een plaag op vliegvelden: 'Europa staat op scherp'
In dit artikel:
De afgelopen weken is Europa geconfronteerd met een reeks ongewone dronewaarnemingen die op meerdere plekken tot vliegveldsluitingen en militaire alarmen hebben geleid. Begonnen begin september met een grootschalige schending van het Poolse luchtruim — waarbij 21 onbemande toestellen opdoken en vier door Nederlandse F-35’s werden neergehaald — volgde een aaneenschakeling van meldingen in uiteenlopende landen: Roemenië, Polen (Warschau), Noorwegen, Denemarken, Duitsland, Nederland en België. De incidenten dateren van 10 september tot begin oktober en varieerden van enkele toestellen tot tientallen drones tegelijk.
Belangrijke gebeurtenissen uit de periode:
- 10 sept., Polen: 21 drones boven Polen; vier neergehaald, 17 neergestort; Westerse instellingen noemen Rusland als vermoedelijke dader; Rusland ontkent.
- 13 sept., Roemenië: Russische drone nabij de Oekraïense grens, door straaljagers verjaagd.
- 15 sept., Warschau: drone boven overheidsgebouwen; twee arrestaties (Belarus).
- 22-28 sept., Scandinavië: luchthavens in Oslo en Kopenhagen urenlang dicht; Aalborg en meerdere Deense locaties meldden eveneens toestellen; Europese Commissie vermoedt schendingen door Russische drones.
- 25 sept., Noord-Duitsland: drones bij parlement, marinewerf, energiecentrale en ziekenhuis; politie meldt dat meerdere toestellen gebieden en kritieke infrastructuur in kaart leken te brengen.
- 27 sept., Schiphol (Polderbaan): korte sluiting, later waarschijnlijk een ballon.
- 2 okt., München: vliegverkeer stilgelegd; tientallen vluchten geannuleerd of omgeleid, ~3000 passagiers getroffen.
- 3 okt., België: vijftien drones boven militaire basis Elsenborn; onderzoek gestart.
Demissionair minister Van Weel waarschuwt om niet in paniek te raken, maar erkent de hinder. Clingendael-onderzoeker Bart van den Berg situeert de toestanden in een bredere context van hybride oorlogsvoering: hij noemt het zeer waarschijnlijk dat Rusland ten minste bij enkele incidenten betrokken is en ziet er een strategie in om onrust te zaaien en steun voor Oekraïne te ondermijnen. Tegelijk benadrukt hij dat elk voorval zorgvuldig onderzocht moet worden: niet alles blijkt per definitie een georganiseerde buitenlandse operatie — sommige meldingen kunnen toe te schrijven zijn aan hobbyisten of onschuldige objecten.
NATO en EU wijzen herhaaldelijk naar Rusland, terwijl het Kremlin ontkent en de commotie afdoet als een instrument om defensiebudgetten te verhogen. Concreet gevolg is dat luchthavens tijdelijk sluiten, vluchten worden omgeleid of geannuleerd en militairen en politie extra paraat staan. De incidenten markeren volgens analisten een nieuw, zorgelijk hoofdstuk in grensoverschrijdende onbemande bedreigingen, waarbij onduidelijkheid over herkomst en intentie de grootste uitdaging vormt voor de respons.