Drempel voor sporten en bewegen in Zaltbommel een stuk lager dan twee jaar geleden
In dit artikel:
Uit onderzoek van het Mulier Instituut blijkt dat de openbare ruimte in Zaltbommel de afgelopen twee jaar uitnodigender is geworden voor sporten en bewegen. Het instituut onderzoekt om de twee jaar hoe gemeenten hun woonomgeving inrichten om beweging te stimuleren, inclusief de toegankelijkheid van sportvelden, zwembaden, speeltuinen, parken en dagelijkse voorzieningen zoals scholen en supermarkten.
Zaltbommel boekte vooral vooruitgang in de nabijheid van dagelijkse voorzieningen, maar scoort het hoogst op sport- en speelplekken. Tegelijkertijd is er een daling zichtbaar in het onderdeel sportaccommodaties, zoals tennisbanen en voetbalvelden, waar verbetering mogelijk is. Binnen de gemeente is de plaats Zaltbommel het beweegvriendelijkst, met een sterke aanwezigheid van sport- en speelplekken. Nederhemert laat nog ruimte voor groei, vooral wat betreft parken en watergebieden voor recreatie.
In vergelijking met andere gemeenten in Gelderland scoort Zaltbommel niet het beste; die titel is voor Zutphen. Ook vergeleken met vijftien gemeenten die qua leefomgeving vergelijkbaar zijn, blijft Zaltbommel achter, vooral door minder sportaccommodaties. Wat sportgedrag betreft, haalt slechts 43 procent van de volwassenen in Zaltbommel de aanbevolen 2,5 uur matige lichaamsbeweging per week, zoals geadviseerd door het RIVM. Daarbij wordt benadrukt dat wandelen altijd een toegankelijke manier van bewegen blijft, ook bij een tekort aan sportvoorzieningen.
De vergelijkingen zijn gebaseerd op profielgegevens van gemeenten die door de Vereniging Nederlandse Gemeenten zijn samengesteld, om een zo eerlijk mogelijk beeld te geven van Zaltbommels positie binnen regionale bewegingstrends.