Drempel voor sporten en bewegen in Ede een stuk lager dan twee jaar geleden
In dit artikel:
Uit een recent onderzoek van het Mulier Instituut blijkt dat de openbare ruimte in Ede de afgelopen twee jaar uitnodigender is geworden voor sporten en bewegen. Het instituut meet elke twee jaar hoe goed Nederlandse gemeenten hun inwoners ondersteunen bij fysieke activiteit door te kijken naar de beschikbaarheid van sportvelden, zwembaden, speeltuinen, parken en recreatief water, evenals de nabijheid van dagelijkse voorzieningen zoals scholen en supermarkten.
Ede heeft vooral vooruitgang geboekt in de nabijheid van basisvoorzieningen, hoewel de hoogste scores nog steeds liggen bij sport- en speelplekken. Op het gebied van sportaccommodaties, zoals tennisbanen en voetbalvelden, is sprake van een daling in de score tussen 2022 en 2024, wat een aandachtspunt blijft. Binnen de gemeente springt Ede-Veldhuizen eruit als het meest beweegvriendelijke gebied, met een sterke aanwezigheid van sport- en speelplekken. Ook Ede-Zuid scoort goed op deze categorie, terwijl Harskamp nog verbetering kan gebruiken.
Vergeleken met andere gemeenten in Gelderland doet Ede het minder goed; Zutphen scoort het hoogst in de provincie. Onder Gelijken – vijftien vergelijkbare gemeenten waaronder Alkmaar, Veenendaal en Amersfoort – presteert Ede het laagst qua beweegvriendelijkheid, met name door een tekort aan goed bereikbare sport- en speelplekken.
Wat het daadwerkelijke beweeggedrag betreft, voldoet slechts 48 procent van de volwassen Edese bevolking aan de RIVM-richtlijn van 2,5 uur matig intensief bewegen per week. Daarmee blijft er ruimte voor verbetering, zeker in wijken met minder sportvoorzieningen waar dagelijkse activiteiten zoals lopen een essentieel alternatief vormen. Het onderzoek benadrukt het belang van een toegankelijke en stimulerende fysieke leefomgeving om bewegen in de gemeente te bevorderen.