Doodsimpel en virtuoos: bluegrass is het allebei

vrijdag, 19 september 2025 (16:12) - NRC Handelsblad

In dit artikel:

Snaren, tempo en samenspel bepalen bluegrass: een compact, uitbundig subgenre van country waarin contrabas, gitaar, mandoline, viool en een vijf-snarige banjo samen een complete band vormen — gezamenlijk goed voor “minimaal 27” snaren, en nog meer als een dobro meedoet. Traditioneel staan muzikanten schouder aan schouder rond één microfoon en vliegen de noten in razend tempo voorbij.

Herkomst en ontwikkeling: bluegrass ontsproot in de Appalachen van Kentucky. Bill Monroe gaf zijn band de naam die het genre definieerde en legde de basis, terwijl in de jaren veertig banjospeler Earl Scruggs met zijn drievingerpluktechniek de banjo van begeleidingsinstrument tot soloheld promoveerde. Muzikaal is bluegrass een kruising van de Schots-Ierse ‘mountain’ of ‘old time’ tradities en Afro-Amerikaanse invloeden zoals blues en gospel.

Klank en opbouw: het geluid wordt bepaald door snaren die samen een ritmesectie nadoen — de contrabas fungeert als bassdrum (accent op tel 1 en 3), de gitaar/mandoline nemen de off-beat als snaredrum. Liedjes volgen meestal een eenvoudige vorm: couplet en refrein, veelstemmige zang, gevolgd door opeenvolgende instrumentale solo’s en een afsluitend refrein. Harmonieën zijn vaak spaarzaam: meestal drie akkoorden (meestal G, C en D), maar binnen die simpele structuur is er ruimte voor extreme virtuositeit: razendsnelle fraseringen en precieze harmonische timing zijn kenmerkend.

Aanraders en moderne varianten: wie begint kan kiezen tussen klassieke acts zoals The Osborne Brothers of meer eigentijdse, vernieuwende namen als Tony Rice, Gillian Welch, Billie Strings en de Punch Brothers. De film O Brother, Where Art Thou? bracht het genre weer bij een groot publiek. Ook in Nederland is bluegrass levendig — denk aan het Rotterdam Bluegrass Festival, Bertolf’s plaat Bluefinger of optredens van Tim Knol met de Blue Grass Boogiemen — en zo brengt het genre zijn prairie-gevoel ook bij Europese luisteraars.