Doodgewaande IS-strijder Sammy Djedou is schuldig aan genocide tegen Jezidi's in Irak en Syrië

In dit artikel:

Het hof van assisen in Brussel heeft beslist dat Sammy Djedou schuldig is aan genocide op de Jezidi's in Irak en Syrië. Djedou, die in 2012 vanuit België naar Syrië trok om zich bij IS aan te sluiten, stond in Brussel bij verstek terecht omdat hij vermoedelijk in 2016 bij een Amerikaans bombardement om het leven kwam — hoewel daar nooit bewijs voor werd gevonden en er geen lichaam is teruggevonden. In 2021 kreeg hij al 13 jaar cel voor betrokkenheid bij de planning van de aanslagen in Parijs en Brussel, volgens inlichtingen met een leidinggevende rol binnen die cel.

De zaak in Brussel is zowel juridisch als symbolisch van groot belang: het is de eerste keer dat in België iemand wordt vervolgd voor de genocide op de Jezidi's, mogelijk omdat er een concrete band met ons land bestaat. De beschuldigingen tegen Djedou omvatten genocide en ernstige misdaden tegen de menselijkheid — onder meer verkrachting, seksslavernij, gedwongen prostitutie en gedwongen zwangerschap — gepleegd tegen de etnische minderheid in Irak en Syrië. De Verenigde Naties kwalificeren de massale vervolging en mishandeling van Jezidi's als genocide: mannen werden gedood of ingelijfd, vrouwen en meisjes verkracht of verkocht als seksslavinnen.

Tijdens het proces legden meerdere Jezidivrouwen emotionele getuigenissen af. Khawla (29) beschreef hoe ze werd ontvoerd, vastgehouden en uiteindelijk verkocht, waarna ze werd verkracht en geslagen; Hanaa vertelde dat ze twee jaar lang als slaaf werd vastgehouden en herhaaldelijk verkracht. Omdat de veroordeelde niet fysiek aanwezig was, bleef de beschuldigdenbank leeg, maar het assisenproces zet een precedent in de internationale vervolging van IS-misdaden richting slachtofferherkenning en gerechtelijke aansprakelijkheid.