Doe 3 dingen voor groenlingen

vrijdag, 28 november 2025 (10:46) - Vogelbescherming

In dit artikel:

Groenlingen zijn olijfgroene, forse vinken die in tuinen van groene woonwijken op hun plek zijn — ze vermijden open velden en aaneengesloten bos, maar houden van afwisseling in de bebouwde omgeving. De vogels verdwijnen echter steeds vaker uit tuintellingen; je kunt ze makkelijk helpen en de kans vergroten dat er een groepje in je tuin neerstrijkt met drie eenvoudige maatregelen.

1) Zaai zwarte zonnebloempitten in het voorjaar: prik met een stokje gaatjes, leg de pitten erin en dek ze af. Van juli tot september bloeien de planten en in september–oktober zijn de zaden rijp. Groenlingen zijn dol op zonnebloempitten en gebruiken hun stevige snavel om de pitten uit de dop te trillen. Ook andere tuinvogels zoals putters en mezen profiteren hiervan.

2) Plant een hondsroos (of vergelijkbare rozenstruik) en daarnaast een dichte struik waar vogels kunnen rusten en broeden, bijvoorbeeld sleedoorn, vuurdoorn of jeneverbes. Rozenbottels vormen in het najaar een smakelijke voedselbron voor groenlingen.

3) Let op ziekte: groenlingen kunnen getroffen worden door de parasitaire aandoening ‘Het Geel’. Aangetaste vogels zijn sloom, bol van houding en minder schuw. Meld zieke dieren aan het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC). Als je voert en ziekte ziet, stop dan tijdelijk met voeren en maak voer- en drinkplaatsen dagelijks schoon om verspreiding te voorkomen.

Tot slot: verwarring met de sijs komt voor (vooral ’s winters), maar groenlingen zijn forser en hebben een dikkere snavel; sijzen tonen meer contrast in geel-zwart-groen en zitten vaak in elzen en berken. Met relatief kleine ingrepen maak je je tuin aantrekkelijker en help je een achteruitgaande tuinvogel.