Dodental van aardbeving in Afghanistan loopt op naar ruim 2200: 'Alles wat we hadden, is verwoest'
In dit artikel:
In de oostelijke provincie Kunar zijn bij de zware aardbeving in de nacht van zondag op maandag 2.205 doden en 3.640 gewonden geregistreerd, meldt de door de taliban geleide regering. De beving had een kracht van 6,0 op de schaal van Richter en werd gevolgd door meerdere naschokken; meer dan 6.700 huizen zijn verwoest. De Verenigde Naties waarschuwen dat het aantal slachtoffers waarschijnlijk nog zal stijgen omdat nog mensen onder het puin kunnen liggen en er steeds minder overlevenden worden gevonden.
Overlevenden beschrijven volledig verlies van bezit en onderdak; een inwoner, Aalem Jan, zegt: “Alles wat we hadden, is verwoest. Ons huis stortte in en al onze bezittingen zijn verloren.” De rampschade wordt verergerd door onherbergzaam terrein, geblokkeerde wegen en voortdurende naschokken, waardoor hulpverlening bemoeilijkt wordt.
Het Rode Kruis roept om 26,5 miljoen euro voor nood- en herstelhulp. Met die middelen wil de Afghaanse Rode Halve Maan de komende twee jaar circa 150.000 getroffenen ondersteunen met medische zorg, tientallen mobiele klinieken, schoon drinkwater, voedsel, sanitaire voorzieningen en onderdak. Honderden vrijwilligers werken dag en nacht aan zoek- en hulpoperaties, het bergen van doden en het neerzetten van tentenkampen; na de eerste noodhulp ligt de nadruk op wederopbouw en het herstellen van bestaanszekerheid voor gemeenschappen die ook hun inkomen, land en vee verloren hebben.
De ramp, dicht bij de grens met Pakistan, behoort tot de dodelijkste aardbevingen van de afgelopen jaren en roept vragen op over verdere internationale bijstand en toegang tot zwaar getroffen, afgelegen gebieden.