Dodelijke aanval op vrachtschip in Rode Zee: groot deel bemanning nog vermist, VS beschuldigt Houthi's van ontvoering

In dit artikel:

Maandagavond werd het Griekse vrachtschip Eternity C, dat onder Liberiaanse vlag vaart, aangevallen door Houthi-rebellen in de Rode Zee. Tijdens deze aanval kwamen minstens drie bemanningsleden om het leven, terwijl zes anderen gered konden worden. Van de ongeveer 25-koppige bemanning zijn 16 personen nog vermist. De Houthi’s, gesteund door Iran en solidair met de Palestijnen in de oorlog tegen Israël, namen een deel van de bemanning volgens eigen zeggen mee naar een "veilige locatie". De Amerikaanse ambassade in Jemen beschuldigt hen echter van ontvoering en dringt aan op de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van de overlevenden.

Eternity C werd ook de volgende dag nog beschoten en zou intussen gezonken zijn. De aanval vond plaats tijdens een periode van verhoogde spanningen; de rebellen hebben sinds het uitbreken van het conflict in Gaza al meer dan honderd schepen aangevallen. Zondag eerder was een ander vrachtschip, Magic Seas, eveneens onder vuur genomen, maar daarbij vielen geen doden en kon de volledige bemanning op tijd worden geëvacueerd. De Europese militaire missie Aspides meldt dat zij zes bemanningsleden uit zee hebben gehaald, maar de meerderheid blijft vermist. Volgens de Houthi-woordvoerder richten ze zich op schepen van bedrijven die handel drijven met Israël, dat zij als "de zionistische vijand" bestempelen. Deze incidenten onderstrepen de groeiende dreiging voor scheepvaart in de strategisch belangrijke Rode Zee.