Dochter nazi-kopstuk moet in zaak rond schilderij paspoort inleveren
In dit artikel:
In Argentinië is het geroofde schilderij Damesportret van Giuseppe Ghislandi, afkomstig uit de vooroorlogse collectie van de Amsterdamse kunsthandelaar Jacques Goudstikker, in beslag genomen en overgebracht naar het Holocaustmuseum in Buenos Aires voor beveiliging en verder onderzoek. Het doek stond al zo’n tachtig jaar op Nederlandse opsporingslijsten. Het werk werd recent door de Nederlandse site AD ontdekt op foto’s van een huis dat te koop stond; op een van die foto’s hing het schilderij zichtbaar aan de muur.
De eigenaar van het huis bleek de dochter van de Duitse nazi-ambtenaar Friedrich Kadgien te zijn. Zij en haar echtgenoot, Patricia Kadgien en haar man, verschenen donderdag onder grote mediabelangstelling in de rechtbank van Mar del Plata. De rechter legde hen beperkingen op: zij mogen Argentinië niet zonder toestemming verlaten, moesten hun paspoorten inleveren en zijn verplicht hun verblijfplaats te melden als ze langer dan 24 uur weg zijn. Die voorwaarden gelden 180 dagen; het eerdere huisarrest is opgeheven.
Openbaar aanklager Carlos Martínez motiveerde de maatregelen met het bezit en verbergen van een gestolen kunstwerk “in de context van een genocide”, waarmee hij wijst op de directe relatie met de roofpraktijken tijdens de Tweede Wereldoorlog. Patricia Kadgien deed in de rechtszaal verder geen inhoudelijke verklaring; haar advocaat benadrukte onschuld. De status van het schilderij — wie de rechtmatige eigenaar is — wordt ook in het lopende onderzoek uitgezocht binnen dezelfde periode van 180 dagen.
Achtergrond: Damesportret maakte deel uit van Goudstikkers omvangrijke collectie van ongeveer 1300 werken die tijdens de oorlog door nazi’s, onder wie Hermann Göring en andere hoge functionarissen, werden geroofd. Een deel van die collectie keerde na de oorlog terug naar Nederland, maar honderden werken zijn nog altijd zoek. Na de oorlog kwam het Ghislandi-werk in bezit van Friedrich Kadgien; hij vluchtte later naar Zuid-Amerika en overleed in Argentinië in 1978.
De erfgenamen van Goudstikker — waaronder zijn schoondochter Marei von Saher en twee kleindochters — hebben schriftelijk eigendom geclaimd en willen het schilderij terug. Von Saher reageerde verbaasd en aangedaan door het feit dat het werk in 2025 nog steeds verborgen werd gehouden: “Het is ongelooflijk dat mensen dit in 2025 nog doen met roofkunst, waarvan de verbintenis met de Holocaust overduidelijk is.” Journalisten volgden het spoor via online makelaarsfoto’s; nadat verslaggevers contact zochten, reageerde de dochter aanvankelijk niet en verving kort daarna het schilderij in huis door een wandtapijt.
Het door de rechtbank en het museum getroffen traject volgt internationale standaarden voor behoud en onderzoek van roofkunst. De uitkomst van het onderzoek en de juridische procedures zullen moeten bepalen of het werk formeel terugkeert naar de erfgenamen van Goudstikker of dat andere eigendoms- en strafrechtelijke consequenties volgen.