DNB: inflatie blijft hardnekkig hoog - Nederlanders raken steeds meer koopkracht kwijt

In dit artikel:

DNB-president Olaf Sleijpen waarschuwt dat de Nederlandse inflatie structureel hoger blijft dan het eurozonegemiddelde: rond 3 procent in Nederland tegenover circa 2 procent elders in Europa. Die blijvende overshoot tast de koopkracht van miljoenen Nederlanders aan en zorgt ervoor dat spaargeld en pensioenen jaar na jaar in reële waarde slinken — bij 3 procent inflatie verliest geld in ongeveer tien jaar ruim een kwart van zijn koopkracht.

Sleijpen wijst niet alleen naar hogere lonen of brandstofprijzen, maar vooral op structurele schaarteproblemen in Nederland: te weinig woningen, krapte op de arbeidsmarkt en beperktere grondstoffenaanvoer. Die tekorten genereren volgens hem blijvende inflatiedruk. Hij roept het nieuwe kabinet dan ook op om op meerdere terreinen beleid te voeren om die onderliggende problemen aan te pakken.

De tekst benadrukt verder dat inflatie niet neutraal valt: huishoudens betalen er direct voor, terwijl de overheid en publieke schulden relatief minder last lijken te hebben omdat reële schuldenwaarde daalt. DNB en internationale instellingen zoals het IMF waarschuwen voor “hardnekkige inflatie”, maar concrete, ingrijpende maatregelen blijven volgens de schrijver uit, mede doordat de Europese Centrale Bank vasthoudt aan ruime monetaire instrumenten.

Samengevat: Nederland kampt met hogere inflatie dan de rest van de eurozone door structurele schaarste en beleidskeuzes. De gevolgen raken spaarders, gepensioneerden en werkenden; de oplossing vereist zowel monetaire en fiscale afwegingen als structurele hervormingen (bijv. meer woningaanbod, arbeidsmarkt- en productiviteitsverbeteringen). Zonder stevige beleidsreactie blijft de reële koopkracht van burgers onder druk staan.