Dit zijn de meest beweegrijke vo-scholen van Nederland in 2025
In dit artikel:
Het Stedelijk College Eindhoven (locatie Oude Bossche Baan) is uitgeroepen tot winnaar van de Beweegrijke School Award 2025. De school en andere genomineerden laten zien hoe middelbare scholen beweging structureel in de dag kunnen inpassen om de gezondheid en het welzijn van leerlingen te verbeteren. Dat is dringend nodig: jongeren van 12–17 jaar voldoen steeds minder aan beweegrichtlijnen en zitten gemiddeld 10,4 uur per dag.
Praktische ingrepen in lesuren
Een kernvraag is hoe je scholieren tijdens reguliere lessen in beweging krijgt. Het Stedelijk College ontwikkelde samen met de vakgroep Bewegen & Sport (B&S) een set korte klasactiviteiten, de zogeheten Move Breakers. Die energizers duren maar enkele minuten, zitten in kaartenbundels die op studiedagen aan alle docenten zijn gepresenteerd en liggen in elke klas. Hoewel sommige vakdocenten terughoudend blijven uit angst voor chaos en lastige overgangen naar werken, ervaren gebruikers dat korte beweging de concentratie en gedragsregulatie van leerlingen verbetert.
Pauzes en naschoolse activiteiten
Veel schoolpleinen nodigen niet uit tot actief zijn; materiaal en begeleiding zijn bepalend. Het Blariacumcollege (Venlo) pakt dit door pauzeaanbod te organiseren in samenwerking met gemeentecombinatiefuncties, lokale sportaanbieders en sportkunde-stagiaires. Ze wisselen activiteiten als obstacle runs, BMX-parcoursen en indoor schaatsbanen af. Ook naschoolse programma’s komen vaak terug bij de genomineerden: sportklassen, Sportlabs, toernooien en challenges vergroten zowel aanbod als betrokkenheid.
Anders beoordelen van LO
Meerdere scholen schuiven weg van LO als enkel cijfervak. ORS Lek & Linge (Culemborg) werkt met formatieve beoordeling: leerlingen krijgen woordrapporten met tips, schrijven twee keer per jaar een voortgangsverslag en formuleren eigen beweegambities. Reflectiemomenten moeten inzicht en eigenaarschap over het beweegproces vergroten, waardoor gym aantrekkelijker wordt voor meer typen leerlingen dan alleen de sportievelingen.
Sport als instrument voor zelfredzaamheid
Op Praktijkschool De Einder (Den Haag), waar veel leerlingen een licht verstandelijke beperking hebben, is sport dagelijks onderdeel van het rooster. De school koppelt bewegen aan bredere levensvaardigheden: gezonde voeding, ritme en financiële educatie. Door leerlingen via een Programma Pro Act te begeleiden naar lokale verenigingen — met inzet van beweegcoaches en verenigingsondersteuners — wordt de drempel naar buitenschoolse sport verlaagd en krijgen jongeren kansen om maatschappelijke rollen te oefenen.
Faciliteiten, evenementen en eigenaarschap
Het Roelof van Echten College (Hoogeveen) gebruikt goede sportfaciliteiten en organiseert regiotoernooien en de Olympic Moves-finale; leerlingen krijgen daarbij ook organiserende taken, wat het schoolgevoel versterkt.
Randvoorwaarden en samenwerking
Belangrijkste succesfactoren zijn een gedragen visie en bestuurlijke verankering: bewegen moet in het schoolplan en gekoppeld zijn aan heldere doelen en termijnen. Ook samenwerking met gemeenten, sportverenigingen en stagiaires vergroot capaciteit en continuïteit. Tegelijk blijven praktische obstakels bestaan: niet alle docenten willen pauzes begeleiden en sommige leraren worstelen met klassenmanagement om energizers veilig in te zetten.
Conclusie
De genomineerde vo-scholen tonen diverse routes om de schooldag beweegrijker te maken: korte energizers in de les, aantrekkelijk pauzeaanbod met begeleiding, ander toetsbeleid in LO, dagelijkse sport voor kwetsbare doelgroepen en inzet van communitypartners. Succes vereist visie, leiderschap en praktische ondersteuning zodat beweging structureel onderdeel van het leerklimaat wordt.