Islamitische godsdienstleraren in opspraak om uitlatingen buiten klaslokaal
In dit artikel:
Meerdere islamitische godsdienstleraren die op basisscholen lesgeven en geacht worden democratische basiswaarden uit te dragen, doen buiten schooltijd uitspraken die daarmee botsten. Nieuwsuur onderzocht online lezingen en sociale media van docenten die verbonden zijn aan drie schoolbesturen; veel van die voordrachten zijn openbaar terug te kijken. De betrokken leraren traden tijdens het onderzoek nog (of recent) op als gastdocent op scholen.
De bevindingen variëren van genderhiërarchische opvattingen — bijvoorbeeld dat mannen hun vrouw moeten corrigeren als zij zonder hoofddoek de deur uitgaat — tot kritiek op democratische besluitvorming en het voorstellen van sharia-lijfstraffen als afschrikmiddel in theologische context. In één geval citeert een docent een profetische veroordeling van homoseksualiteit; andere uitspraken stigmatiseren christendom en jodendom als “ongelovig” of verbinden feminisme met Joodse invloeden. Sommige docenten rechtvaardigen het bespreken van lijfstraffen door te stellen dat het een uitleg van religieuze teksten betreft, niet per se een pleidooi voor invoering in Nederland.
De publicatie leidde tot discussie over de reikwijdte van de voorbeeldfunctie van leraren. Diverse schoolbesturen benadrukken dat uitlatingen buiten werktijd onder de vrijheid van meningsuiting vallen en losstaan van schoolbeleid. De PO-raad, de branchevereniging voor het basisonderwijs, neemt daarentegen een strenger standpunt in: volgens voorzitter Freddy Weima stopt de voorbeeldfunctie niet “binnen de muren van de school” en zouden besturen duidelijke afspraken met personeel moeten maken over gedrag en uitlatingen buiten werktijd.
Reacties van de betrokken besturen verschillen: NOOR zegt dat er afspraken zijn om extern werk strikt te scheiden van lesinhoud; IEZO meldt dat een betrokken externe vakleerkracht niet meer in dienst is en afstand is genomen van zijn uitspraken; Al Amana stelt dat uitspraken buiten werktijd niet noodzakelijk het standpunt van de school weerspiegelen.
Context: Nederlandse basisscholen zijn gehouden democratische waarden te bevorderen en hebben daarmee een zorgplicht richting ouders en leerlingen. De zaak brengt vragen op over toetsing, toezicht en gedragsregels voor gastdocenten en religieuze begeleiders, en over hoe scholen omgaan met online publieke uitlatingen van personeel die het vertrouwen van ouders kunnen schaden.