Directeur Louvre: We hebben gefaald in het beschermen van de juwelen
In dit artikel:
In de recente roof uit de Galerie d’Apollon van het Louvre zijn kostbare kroonjuwelen verdwenen die samen ongeveer 88 miljoen euro waard zijn. Directeur Laurence des Cars trad publiekelijk naar voren: ze stelde dat alarmsystemen functioneerden, maar dat delen van het museum al decennialang niet volgens moderne normen zijn aangepakt. Vooral de buitencamera’s vormden een kwetsbaarheid; de aankomst van de daders werd niet tijdig gedetecteerd.
Het museum ging woensdag voor het eerst weer open na de diefstal (maandag en dinsdag bleef het dicht); bezoekers met al gekochte kaartjes kregen hun geld terug en er stonden opnieuw lange rijen bij de glazen piramide. De getroffen Galerie d’Apollon blijft nog gesloten. Des Cars zei dat ze zondag haar ontslag aanbood aan de minister van Cultuur, maar dat dit niet werd geaccepteerd.
Een kroon van keizerin Eugénie raakte beschadigd bij het verwijderen uit een speciale vitrine, maar kan mogelijk worden gerestaureerd. Van meerdere andere stukken ontbreekt elk spoor, waaronder een smaragd- en diamantketting die Napoleon aan Marie-Louise gaf en een diadeem van Eugénie met bijna 2.000 diamanten. Experts vrezen dat de sieraden herkendbaar zijn en dat ze daarom uit elkaar gehaald zullen worden om individuele diamanten apart te verhandelen.
Des Cars pleit voor ingrijpende renovaties — deels gefaseerd afsluiten van zalen — en wil extra bewaking, een politiebureau in het museum en een forse uitbreiding van het aantal camera’s om herhaling te voorkomen.