Dick Cheney (1941-2025): machtige Amerikaanse vicepresident
In dit artikel:
Richard Bruce (Dick) Cheney (1941–2025) overleed maandag op 84‑jarige leeftijd. Cheney wordt gezien als een van de machtigste vicepresidenten in de Amerikaanse geschiedenis; hij diende van 2001 tot 2009 naast president George W. Bush en was bepalend voor het buitenlands beleid na de aanslagen van 11 september 2001. Samen met minister van Defensie Donald Rumsfeld vormde hij de kern van het beleid rond de “War on Terror”, waaronder de invasies van Afghanistan en — controversieel — Irak in 2003, die waren gebaseerd op veronderstelde massavernietigingswapens die later niet werden gevonden.
Zijn rol in de besluitvorming en verdediging van harde ondervragingstechnieken (zoals waterboarding en slaaponthouding) leverde hem veel tegenstand op binnen de VS; toen hij in 2009 vertrok, beoordeelde slechts 13 procent van de Amerikanen zijn optreden als voldoende. Cheney bleef echter volhouden dat de Irak‑invasie gerechtvaardigd was en dat de gebruikte verhoormethoden geen marteling vormden.
Eerder was Cheney minister van Defensie (1989–1993) en lid van het Huis van Afgevaardigden (1979–1989). Voor zijn leiderschap tijdens de Golfoorlog kreeg hij de Presidential Medal of Freedom. President George W. Bush prees hem na zijn dood als een fatsoenlijk en eervol man en een belangrijke publieke dienaar van zijn generatie.
De laatste jaren stond Cheney op gespannen voet met de Republikeinse partij vanwege zijn kritiek op Donald Trump; hij steunde in 2024 zelfs Democratische kandidaten. Zijn dochter Liz Cheney raakte eveneens in conflict met conservatieven na haar stem voor Trumps afzetting in 2021. Cheney’s nalatenschap blijft omstreden: invloedrijk en gedecideerd, maar ook onderwerp van felle kritiek vanwege oorlogen en geheime ondervragingen.