Deze twee schrijfsters zetten de succesreeks van Jussi Adler-Olsen voort: 'Ik maak me nergens zorgen om, deze dames zijn zó slim'
In dit artikel:
Deense bestsellerauteur Jussi Adler-Olsen (75) draagt zijn succesvolle Afdeling Q-reeks over aan thrillerschrijfsters Stine Bolther (49) en Line Holm (50). Na tien boeken had Adler-Olsen plannen om te stoppen; omdat zijn serie internationale uitgevers veel oplevert en talloze vertalingen heeft, wilde hij echter een opvolging regelen zodat die inkomsten niet opdrogen in kleinere landen. Daarom zocht hij naar geschikte auteurs en koos uiteindelijk het duo Bolther en Holm.
De samenwerking kwam in gang na een ontmoeting op een Deens boekenfestival in 2021; het contract werd in 2022 in het grootste geheim ondertekend. Bolther en Holm hebben het grotendeels geschreven elfde deel, Dode zielen zingen niet, waarop Adler-Olsens naam prominent blijft staan: “Wat er ook gebeurt, mijn naam zal altijd op het omslag staan.” De overdracht viel samen met een moeilijke periode: Adler-Olsen kreeg vorig jaar de diagnose van een ernstige beenmergkanker en lag in 2024 in het ziekenhuis. Inmiddels is hij herstellende en bleef betrokken als lezer en adviseur tijdens de afronding van het boek.
Bolther en Holm stopten tijdelijk met hun eigen serie om de klus te klaren. Ze bestudeerden de Q-boeken grondig, werkten nauw samen en kregen ook hulp van Adler-Olsens assistente om zaken als continuïteit en personagedetails kloppend te houden. Die zorgvuldigheid was nodig: Afdeling Q heeft in Denemarken en daarbuiten een royale schare fans met hoge verwachtingen. De eerste reacties waren positief; Adler-Olsen meldt dat het boek wekenlang op nummer 1 staat in Denemarken en noemt het zelfs het beste werk dat de twee tot nu toe hebben gemaakt.
Verhaallijn en toon blijven herkenbaar Q: veel zwarte humor, razendsnel dialogen en maatschappijkritische lagen. In het verhaal heeft inspecteur Carl Mørk de politie verlaten en probeert hij als schrijver een reeks over Afdeling Q te bouwen; binnen zijn oude team blijven Rose en Assad een rol spelen en er wordt een nieuwe, sterke vrouwelijke rechercheur geïntroduceerd, Helena Henry. Subplots behandelen onder meer Roses persoonlijke perikelen. Bolther en Holm benadrukken dat die keuzes niet uit een expliciet ‘feministisch’ plan voortkomen maar logisch voelden binnen de serie.
Adler-Olsen zelf is niet van plan om qua schrijven structureel terug te keren als co-auteur, maar hij volgt de voortgang en geeft feedback. Uitgevers en sceptici die vooraf twijfelden aan het project raakten overtuigd nadat de eerste 120 pagina’s klaar waren. De samenwerking heeft ook persoonlijk vruchten afgeworpen: gedurende de ziekte van Adler-Olsen werden de onderlinge verhoudingen intiemer en directe, open gesprekken mogelijk.
Extra context: de Netflix-adaptatie Dept. Q vergrootte de aandacht voor de boeken sterk (zo steeg de backlistverkoop in de VS fors) en wijkt qua setting en karakteruitbeelding af van de boeken — iets wat Adler-Olsen met humor toelaat. De overdracht van Afdeling Q is bedoeld als voortzetting van een lucratieve en geliefde merknaam, met respect voor zowel het literaire erfgoed als de verwachtingen van lezers wereldwijd.