'Deze 'eenarmige bandiet' speelde een zeer dubieuze en cruciale rol in Hitlers opera van het nachtelijk schouwspel'

vrijdag, 29 augustus 2025 (17:13) - NineForNews.nl

In dit artikel:

Dit vervolg in de reeks “De jacht op Hitler” reconstrueert en interpreteert de slotscène rond Hitlers vermeende zelfmoord en belicht vooral de rol van Artur Axmann, zijn getals- en symboolobsessie, en een eerdere actie: het roofen van Hitlers ouders uit Leonding in 1938. De tekst presenteert een samengaan van ooggetuigenverklaringen, numerologische speurwerkjes en conjecturen over een zorgvuldig gecontroleerd toneelstuk dat volgens de auteur bedoeld was om Hitlers ontsnapping te verhullen.

Wat er volgens de auteur zou zijn gebeurd:
- In de chaos van de laatste dagen in de Führerbunker werd een kuil in de tuin van de bunker benut als valstrik: twee lijken die qua postuur op Adolf en Eva leken werden in de put gelegd, gecamoufleerd en bewaakt. Ondertussen zouden de echte Hitler en zijn vrouw zogenaamd buiten de bunker op de grond zijn gelegd waarna een crematie volgde; de auteur beschrijft dit als een zorgvuldig geregisseerd “nachtelijk schouwspel” om iedereen te misleiden.
- Axmann, de jonge leider van de Hitlerjugend die zijn arm aan het Oostfront verloor, speelt in dit verhaal een cruciale en dubbelzinnige rol. Hij zou de dubbele lijken aangeleverd en geplaatst hebben, toezicht hebben gehouden met gewapende mannen, en het zelfmoordpistool van Hitler in beslag hebben genomen met de belofte het “voor betere tijden” te bewaren.
- Aanwezigen bij de crematie worden uit getuigenissen opgeroepen: onder anderen Linge, Bormann, Goebbels, Stumpfegger, Günsche en Kempka — met tegenstrijdige verklaringen over wie precies het vuur stichtte. De auteur concludeert dat Günsche waarschijnlijk het vuur heeft aangestoken, maar benadrukt tegelijk dat Axmann opvallend afwezig werd genoemd, terwijl hij een sleutelrol gehad zou moeten hebben.

Numerologie, symboliek en Hitler als betekeniszoeker:
- De tekst legt veel nadruk op Hitlers bijgeloof en cijferinterpretaties. Getallen zoals 88 (Heil Hitler), 38, 72, 56 en andere combinaties krijgen betekenis toebedeeld en dienen volgens de auteur als leidraad voor Hitlers keuzes — van onderscheidingen tot data voor acties.
- Axmanns naam, geboortedatum en zelfs zijn vaders voornaam (Alois) worden als voortekenen gelezen die zijn binding met Hitler zouden verklaren. Ook archeologische vondsten (Ur, de koningsgraven) en de Britse opgravingen van C. Leonard Woolley worden in verband gebracht met Hitlers fascinatie voor koningsgraven, mystiek en het idee van een eigen “Ur”-graf dat onaantastbaar moest zijn.

De grafroof van Hitlers ouders (Leonding, 1938):
- De auteur beschrijft hoe Axmann en mannen van de Hitlerjugend op oudejaarsavond 1938 het graf van Alois en Klara Hitler zouden hebben geschonden en de resten stilletjes overgebracht naar een safehouse in Innsbruck. Die operatie wordt geplaatst in het kader van Hitlers wens zijn moeder op een “waardige” en beschermde plek te hebben, en past volgens de reconstructie in zijn getalslogica en eerbetoon.
- Axmann werd kort daarop beloond met onderscheidingen (o.a. het gouden ereteken van de NSDAP), wat in het verhaal de nauwe band tussen hem en Hitler en zijn belang bij latere operaties nog eens bevestigt.

Breder kader en implicaties:
- De auteur verbindt Hitlers persoonlijke obsessies (symboliek, oude culturen, grafcultuur) met de organisatie van de laatste dagen en met Nazi-archeologie als beweging binnen het regime. Die context verklaart volgens de tekst waarom Hitler juist mensen als Axmann vertrouwde voor zowel symbolische acties als praktische missies.
- Als afsluitend feit wordt genoemd dat in maart 2012 de gemeentelijke autoriteiten het graf van Hitlers ouders in Leonding ontmantelden en alle zichtbare markeringen wegnamen, mede om nazi-toerisme tegen te gaan; ondergronds werd volgens lokale verklaringen niet gegraven, maar de auteur suggereert dat er door de jaren al weinig tot niets meer te vinden zou zijn geweest.

Aard van de reconstructie:
- De tekst is een mix van ooggetuigenverslagen (Linge, Günsche, Traudl Junge, Rochus Misch worden genoemd), speculatieve interpretaties en uitgebreide numerologische verbanden. De lezer wordt geconfronteerd met een plausibele, maar deels conjecturele lezing van de drama’s rond het einde van Hitler: een scenario waarin bedrog, ritueel denken en persoonlijke mythologie samenkomen om zowel fysieke als symbolische controle over Hitlers afscheid en nalatenschap te behouden.

Kort gezegd: dit deel van “De jacht op Hitler” schetst een zorgvuldig geënsceneerd misleidingstoonel rondom Hitlers laatste uren, plaatst Artur Axmann centraal als uitvoerder en intrigeur, en koppelt beide gebeurtenissen aan Hitlers diepgewortelde numerologische en symbolische wereldbeeld — aangevuld met een terugblik op de eerder geplande grafroof van zijn ouders en de latere verwijdering van hun graftekens in 2012.