Demonstranten in Utrecht richten hun blik op Soedan en op de landen die het geweld in stand houden

zondag, 9 november 2025 (19:55) - NRC Handelsblad

In dit artikel:

Onder de Domtoren in Utrecht protesteerden zondag enkele honderden mensen, georganiseerd door collectief Yalla for Sudan, uit solidariteit met het Soedanese volk en uit angst voor een nieuwe genocide in Darfur. De demonstratie volgde op de val van Al Fashar, de laatste stad die zich nog tegen de paramilitaire Rapid Support Forces (RSF) verzette. Activisten wezen erop dat de machtsstrijd tussen het Soedanese reguliere leger en de RSF al ruim tweeënhalf jaar woedt, honderden duizenden doden heeft veroorzaakt en miljoenen mensen heeft doen vluchten — en dat de internationale gemeenschap weinig effectief ingrijpt.

Tikhoe Isaack (25), wiens familiegeschiedenis in Namibië hem het woord ‘genocide’ tastbaar maakte, verbindt de gebeurtenissen in Soedan met bredere verantwoordelijkheden: „Hoeveel van dit onrecht willen we negeren voordat we erkennen dat dit ook over ons gaat?” Demonstranten riepen niet alleen om een einde aan het geweld, maar wilden ook de mondiale verbanden zichtbaar maken die de oorlog in stand houden. Aan de basis van die kritiek ligt een VN-rapport dat stelt dat de Verenigde Arabische Emiraten wapens aan de RSF leveren; Nederland verleende in 2024 wapenexportvergunningen ter waarde van bijna 5,7 miljoen euro aan de VAE. Het ministerie van Buitenlandse Zaken zegt echter geen verifieerbare aanwijzingen te hebben dat Nederlandse wapens in Soedan belanden en noemt de Emiraten een relevante speler om het conflict te helpen beëindigen.

Yalla for Sudan en andere aanwezigen beschouwen het conflict niet als een louter interne oorlog maar als een proxy-oorlog met internationale actoren. Martine Doppen (32), mede-organisator, verwoordt dat als een systeem van uitbuiting en onverschilligheid en wijst op de neiging om Afrika te zien als een continent van eeuwige conflicten, in plaats van als speelveld voor geopolitieke belangen. Tijdens de bijeenkomst klonk ook muziek uit Khartoem en werden symbolen van de Soedanese revolutie van 2019 opgeroepen: veel sprekers prezen de veerkracht en het gemeenschapsgevoel dat destijds op straat ontstond.

Mazin Ali (24), voormalig betrokkene bij die revolutie en nu afgestudeerd ingenieur in Nederland, ervaart het conflict als een verlies van thuis maar blijft geloven in wederopbouw: „2019 was iets bijzonders”, zegt hij, verwijzend naar de korte hoop op verandering en nationale eenheid. Tegelijk erkennen deelnemers dat Soedan moeilijk in simpele narratieven te vangen is, wat mobilisatie in westerse landen bemoeilijkt — waar verhalen zoals Palestina makkelijker herkenbare rollen van bezetter en slachtoffer oproepen.

Het Soedanese mediacollectief Sudfa waarschuwt dat westerse belangstelling vaak blijft steken bij medelijden zonder echte betrokkenheid. Echte solidariteit vraagt volgens hen om begrip van de internationale belangen, wapenstromen en de structurele uitbuiting die het geweld voedt. In Utrecht werd daarom ook opgeroepen tot concrete stappen: sancties tegen de VAE, tegenhouden van wapenhandel en een breder politieke druk om in te grijpen.

De demonstranten benadrukten dat kleine acties wel degelijk effect kunnen hebben en verwezen naar historische solidariteitscampagnes, zoals boycots tegen Zuid-Afrika die ook hulp aan Namibië mogelijk maakten. Hun boodschap: solidariteit mag niet selectief zijn — wie opkomt voor Gaza zou ook de straat op moeten voor Soedan.